IV (ioj) Baars dje de Rugvinnen famengegroeid
Afdeel. beeft, met elf Doomagtige en f negen flompe
XXVIII, Str aaien.
Hoofdstuk.
j } e bynaam toont, dat deeze Soort afkomftig
Phiiadeiphi-ZY van Philadelphia, de Hoofdftad van Penfyl-
e penfylvani-van^e* Borftvinnen zyn gevonden 16 ,
fche. jn de Buikvinnen 6 , in de Staart i i Straalen:
de Aarsvin hadt ’er 8 en daar van drie gedoomd.
xi. ( i i ) Baars, die de Rugvinnen vereenigd beeft,
JMcdïterra- '
uea. de ovengen Lroudgeel en een zwarte Vlak aan
^Middelland ^ Borjlvimen.
Van deeze zo wel als van de volgende Soort,
die beiden in ’ c II. D eel der Befchryvinge van
’ t Kabinet zyner Koninglyk Sweedfche' Majesteit
komen, is de Woonplaats onbekend. In
de Rugvin heeft men geteld 25 Straalen en daar
van zestien Doornagtig, in de Borltvinnen,
Aars- en Staartvin, ieder 13. Van die der Aarsvin
waren drie gedoomd, van de 6 der Buikvinnen
één , 'als gewoonlyk.
(12 ) Baars, die de Rugvinnen vereenigd beeft,
op bet L y f , overlangs, vyf witte en bruine
Banden.
In
(10) Perca pinnls Dorlalibus connatls; radüs undeeim fpi-
jiofls, novem muticis. Syft. Nat. X.
(11) Perca pinnis Dorfalibus unitis, reliquis fulyis, Maai.
la nigra ad Pe&orales. Muf. Ad. Fr. XI.
(12) Perca pinnis Dorfalibus unitis, falciis quinque long}.-,
tudinalibijs albis fiiscisque M uf. Ad. F r . IX,
XIX.
Vittata.
Gelhocrde,