IV. Gronovius is zy in de Rivieren van Vlaandö-
Afdeel. r^n menigvuldig.,
XLV. j j e Yeiimpren der Vinftraalen verfchillen.
Hoofd- .
stok. L innjEüs fielt in de Rugvin 10, in de Bord-
Grondd. vinnen 16, in de Buikvinnen 9 , in de Aarsvin
i i , in de Staartvin 19 Beentjes: AnTEoivondc
’er 10 of i i in de Rugvin, 15 in de Borftvin,
nen, 9 in de Buikvinnen, 9 of 10 in de Aarsvin
: daar Gronovius in ,de Rugvin 8 , in de
Borftvinnen 14, in de Buikvinnen 6 , in de Aarsvin
7 Straalen vondt-
Hoe klein ook wordt dit Vifchje dikwils gegeten,
als zeer vet zynde en vaflvan Vleefcb,
en gebakken niet onfmaakelyk. Men maakt
’er in Vrankryk en Duitfchland veel werks
van, aan de Rivieren, daar men geen Spiering
heeft, en fleltze in hoedanigheid te 'volgen aan
de Smerling (* ) , die ’er voor den lekkerflen Vifeh
gehouden wordt, zo de Heer Klein getuigt.
Het heeft de langte van v y f o f zes Duimen; is
wit van Buik en bruin,van Rug, met negen of
tien grootagtige zwarte Vlakken op Z yd e , en
veele kleinere, hier en daar, over ’t L y f en de
Vinnen verfpreid. In de Keel zyn dergelyke
Beentjes, als in de Karpers.
iv. (4) Karper met..............Straalen in de Aarswefüncüfchê
«w* en veele Baardjes aan den Bek.
De
(*) Dezelve behoort tot de Cobites of Meirflangen. Zie
hier voor.
(4) Cyprinus pinna Ani radiis. . . cirris plurhnis. Syjt. Nat.
X. Alburnus Americanus. Catesb. Car. II. p, ia. T. ia.
De gewoone grootte is , met Kop en Staart, IV.
een Rynlandfehen Voet : de Kleur ligtbruin,
aan den Buik wat bleeker, aan de Kieuwen een ho ofd -
weinig rood: de Bek wyd met zeer kleine Tan- stuk.
den. De Bovenkaak fleekt over de Onderkaak
heen. Aan de Onderkaak vindt men vyf
o f zes kleine Baardjes, gelyk Tanden. Op ’t
midden van de Rug is eene kleine Vin: de
Staalt is ongelyk afgefneeden.
ff De Markten te Charlestovon -zyn vol van dee-
zen Vifeh, dien men ’ér voor taamelyk goede
Spyze houdt. In ’ t Werk van Catesbv wordt
dezelve Carolim-Whiting, dat is Wyting van
Karolina, getyteld,
v.
( x ) Karper met tien Straalen in de 1 Aarsvin~. HCaarmabfuiurgse-r.
de Staart onverdeeld, de Zydjireep regt. PI. LXvn.
Ftg. 2.
Deeze Vifeh, die in de ftaande Wateren en
Meiren van onze Prdvintiën niet alleen, maar
zelfs in ’t Noorden, vry gemeen is , vind ik
Hamburger o f Steèn-Karper getyteld. De Duit-
fchers noemen hem Karafs en Karayfcbe , de
Sweeden Ruda, T e Regensburg wordt hy,
genaeenlyk , Gorais geheten , dat van Karafs
af-
( s ) Cyprinus pinna Ani radiis decim, Caudae Integra, li-
nel laterali'reftê. Syft. Nat. X. Cyprinus pinna Dorfi osfi-
culis viginri, linea laterali refta. Art. Gen. 4. Syn. s. Sptc.
29. Faun. Suee. 322. Gron. Muf. I. n. 11. Cyprinus Ham.
burger. A d . Ups. 1741. p. 75. n. 5s. Caraflius fimpliciter
diftits, live Carafli tertium genus. Wil l . p; 249. Raj. j>.
ÏI6. Cyprinus latus alius. JONST. T. XXVII. f. 12.
I.TEEL. VULSTUK.