TV. wordt het fteeken der Penneviflchen , in
Afdeel. s’Menfchen Vleefch, Venynig geagt.
L .
hstu-k!'
L I. H O O F D S T U K .
Befchryving vm ’t Geflagt der S c h i l d v i s -
s C h e n , die als met een Schild gedekt zyn.
Naam. T~ \E Latynfche naam Centrifcus is f van T heo-
■ L' phrastos afkomftig, die de Stekelige o f
met Prikkels voorziene Viflchen, dat is de Gedoomde
der Aatheuren, dus getyteld heeft met
een Woord, X welk in ’t Griekfch zulks uitdrukt.
De Heer Klein gebruikt deezen Naam
ook voor de Stekelbaarfen, en voor Weftindi-
fchen die Bagre genoemd worden. G ronoviüs
betrekt ’er de Agtfte Soort der Hoornviffchen
van onzen Autheur toe, .dien men Snepvifoh
gewoon is te noemen. W y gee.ven ’er, om dat
zy op de Rug gehamafi: z y n , den naam van
SchildvisscHEN aan.
Kenmerken. De Kenmerken zyn: dat de Kop in een
lange fmaile;Snoet uitloopt, hebbende wyde
Openingen der Kieuwen: het L y f op de Rug
geharnaft met een Been,* dat van agteren gepunt
i s , regt, en zo lang als X Lighaam: de Buik
gekield: een enkele Buikvin. Dit laatfte,
zegt G r o n o v i ü s , is fout; alzo ’er kleine Buik-
vinnetjes aan zyn , in ’t midden van den Buik
geplaatft,
Onze
Oijze Autheur heeft maar ééne Soort 0 > in IV.
dit Geflagt, welke van Valentyn IkanPifau, AïDEEt'*
dat is Mes-Vifch, wordt geheten, om dat de j5ootD.
«eftalce, eenigermaate, de gedaante van een stuk.
Mes verbeeldt. Uit Ooftindie is dezelve afkom- Mes-vigi.
ftig. Klein fpreekt ’er van, onder den naam 4.’
van Amphi Silen, daar aan gegeven, om dat
dit Viichje, byna gelyk de zogenaamde Biceps
o f tweekoppigs Slang, anders Amphïslma genaamd,
aan ieder end een Snoet fchync te hebben.
Ruisch heeft deezen , in zyn Kabinet van
Ambonfche Viflchen , aliereerfl: befchreeven,
en hy meende dat men hem onder de Naald-
viflehen moeft tellen. In, ’t Kabinet van Seba
vindt men’er ook de Afbeelding van, welke zo
wel van de Afbeeldingen van Ruisen, als van
die van K lein eenigermaate verfdiïit, en , gelyk
de Heer G ronoviüs ontdekt heeft, daar in
gebrekkelyk i s , dat men ’er de kleine Buikvin-
netjes aan verzuimd heeft te manken. In die
van Ruisch is de Staart tweepuntig, het eene
regt, het andere krom: die van Klein
eindigt in een orogeboogen Doom: doch de
onze heeft de Staart regt uitloopende. V a l
e n t y n fpreekt van e’en Mesvifch , die de gedaante
van een Haak heeft. Mooglyk zyn dit als
- ( i ) Centriscus. t Syfti Nat. X. Gen. 167. Gron. Muf. II.
p. I7i. T- 7. f. 3. Ikan Pifau. VALENTYNAmb. 4. p. 4-2°*
N. 243- f- 2+3- 2*4-
I . deel. V I I I . St u k ,