IV. dat ’er de Steur van den Donau door gemeend
Afdeel. wcrcje, Deeze, egter , heeft geen Uitfteekfels
XXXIV. vooren, gelyk de Silurus, waar van Schoo,
stuk. neveld getuigt, dat de Horens, die dezelve
boven en onder aan den Bek heeft, jaarlyks
afvallen, en dat ’er weer nieuwen in de plaats
groeijen , gelyk in de Herten.
Kenmerken. De Kenmerken van dit Geflagt beftaan in een
ongedekte Kop ; de Bek met eenige Draads»
wyze Baardjes, als Voelers, gewapend: het
Kieuwen-Vlies met vier tot veertien Straalen:
het voorfte Beentje der Borftvinnen , o f de
eerfte Straal.van de Rugvin, Graatagtig en ag*
terwaards getand.
Soorten. Dit Geflagt heeft veertien Sporten , waar
van eenigen onder die van Myfius , Callicb-
tbys^en anderen, by den Heer G ron ov iu s ge»,
bragt zyn.
x. ( i ) Meirval met êéne Rugvin en vier Baardjes.
AfotaSi
Afiatifche. Deeze Afiatifche , die in het Kabinet der
Akademie van Stokholm gevonden wordt, heeft
twee Baardjes b o v e n tw e e onder aan den Bek,
die met een menigte Tanden is voorzien. In
de Rugvin was geen ftyve Graat, maar een
Zaagswyze getande in de Borftvinnen, gely-
kerwys in de andere Soorten. De Aarsvin was
lang , aan de Staart gehecht, In deeze zyn
ge*
( i ) Silurus pinna Dorfali unica, cirris q*atuor, Syjj, Nat,
X. Gqn. ISO,
\
geteld 82 Straalen, in de Buikvinnrn 1 3 , ïn IV.
de Staartvin 10, gelyk men ’er ook, dat aan- Afdeeu
merkelyk is ,.in het Kieuwenvlies 16.gevonden
heeft. stuk.
(2) Meirval met ééne Rugvin en zes Baardjes. Tï-v
Deeze fchync zo wel de Glanis als de SilurusEuiori1
der Ouden te z y n , die fommigen voor byzon-
dere Viffchen houden. Zeer verfchillende zyn
de Naarnen, welken men ’er in Europa aan
geeft. De Duitfchers noemen hem Scheid of
Scheiden, Wals , Waller , enz. de Epgelfchen
the Seatfisb, de Franfchen Silure. Van de Swee-
den wordt hy M al, van de Polakken Sim,
door de Ooftenrykers Harcha en door die van
Konftantinopolen Glano geheeten.
In de Öofterfche Landen is hy gemeener dan
in Europa , alwaar men hem egter fomtyds
doch zelden vangt; alzo hy zig in Slykefi-
ge Poelen, diep in ’ c Water , onthoudt. Dus
wordt hy niet alleen in verfcheide Meiren
van Switzerland en Sweeden , maar ook in
de bogten en kraeken van het Haarlemmer-
Meir gevonden. In de El ve, Weisfel en Do-
nau-Stroomcn , komt hy meer voor dan in de
Rhyn.
(z) Silurus pinna Dorfali unica , cirris fex. Syft Nat. X.
M?i. It. -Scap. .<Si.; Silurus. A S , Stockh. 1756. p. 34. T. 3.
Silurus cirris quatüor in Mento. Ar t . Gen. 82. Syn. 110.
Silurus cirris duobus ad Maxillam fuperiorem , quatuor in
Mento. Gron. M f - I. n. 15. ?• «• Silurus WlLL. P- i f f i
R.AJ. p. 70, Jonst. Tab. XLYII. Fig. 7.
I. Desl. VIII. Stuk. C 3