IV. doende ’er geduurig nieuw Zout b y , en wer
A fdeel. pen(je t> eikens een gelykc veelheid. Ha-
Hoofd^ r'n§ 10» tot ^at ^et Vat g«=vuld zy. De onder-
stuk. (te Haringen, door ’t Zout reeds (tyf geworden
, vermengen z i g , onder ’t r o e r e n n ie t
met de bovenden , die men inzout. Na een
verblyf van zestien o f op ’t hoogfl: vierentwintig
Uuren in ’t Zout, worden de Haringen uit
het Vat genomen, qn in Korven gelegd, die.zo
yl zyn. dat de Vuiligheid en Schubben zelfs,
als men den Vifch met Water begiet en af-
fpoelt, zeer gemakkelyk worden doorgelaten.
Men (leekt de Haringen dus aan Speetjes, die
men op Raamen en deeze aan Latten ophangc
in zekere Huizen daar toe gefchikt, alwaarze
gelyk in de Bokkingrookeryën hier te Lande
worden gerookt. De genen die men in Engeland,
Vrankryk o f Holland confumeert, zyn
in een Maand gereed, doch, die men door de
Straat wil verzenden, moeten zes Wecken gerookt
worden.
Hoiiandfche Gelyk de Franfchen z e lf, in tyd van Vrede,
Bokking, fomtyds voor Yarmouth en zelfs by Hitland
viflehen ( * ) ; zo hebben wy ook t’ huis onze
ei-
' (*) In den jaare 1751 zouden op de hoogte van Yarmouth
gevifcht hebben 323 Franfche Haringbuizen , elk van omtrent
honderd Tonnen Ltading , benevens 200 Hoiiandfche Buizen
en omtrent hoiaderdtwintig Scheveningle Pinken. Toeh was
• de Invoer van onzen Haring in Vrankryk verboden. In 't
jaar 1733 waren op de Neering 23« Holltndlche , 30 EngeL
fche , 6 Eranfche en ée'n Sweedlch Vaartuig; wordende de
Hoiiandfche Vloot bemand gerekend met 2*00 Man. Exregt,
Mtrc. 17ss. II. p. 2*2.
eigen Viflcberyën tot het Bereiden van Bokking IV.
o f gerookten Haring. Aan onze Stranden im-
mers niet alleen , maar ook in de Zuiderzee,
wordt jaarlyks een menigte van Haring, gevan- stuk.
gen, die men dan of verfch , o f een weinig
gezouten en gedroogd , onder den naam van
Y-Bokking, of als Staaten-Bokkingen volkomen
toèbereid en duurzaam vertiert; zyade daar van
veel trek naar Hamburg en Breemen, o f ook
elders. In de jaaren 1751 en 1752 maakten de
Geintereïïeerden van de Viflchery der Zeedorpen,
aan den Zydkant van Holland; Katwyk,
Noordwyk, Scheveningen en Zandvoort, mer-
kelyke beweeging, door hunne Verzoekfchrif-
ten aan de Hooge Overigheid, om Vrydom te
mogen hebben tot het Kaaken en in Tonnen
leggen o f inzouten van den door hun gevangen
Haring; zynde een Requeft daar omtrent, door
hun', aan den Prins Erfftadhouder ingeleverd;
doch de Heeren Gedeputeerden tot de Groote
Viflchery en Haringvaart beflooten, uit aanmerking
dat zulks tot nadeel van den Lande (trekken
zou , dit Verzoek van de hand te wyzen:
waar op die van den Zydkant zig gewend hebben
tot wylen haare Koninglyke Hoogheid, be-
weerende het tegendeel (*).
Met deeze Viflchery gaat h e t , zo wel als verfchen
met die in Diep Water, zeer ongclyk, en de VanSft,
voor-
(*) Zie Nederl. Jaarboeken, van J7S2-. bladz. 9 , 4*1 .
+ 8*.
I , D e e l , V IU . St u k . » 1