bragt, gelyk men ’er ook een te Verfailles in Vrankryk
heeft; doch het geheele Dier is ’er te zwaar toe. De Huid
alleen maakt de volle Laading van een Kemel uit. Het heeft
een groote haat tegen de Krokodillen, doodende dezelven
daar het die aantreft.
Bladz. 523.
Op de Kermis van *t Jaar 1763, werdthierte Amfterdam,
in een Kaag Schip , het Geraamte vertoond van een Kazilot,
die in de Zomer op ’ t Eijerland aan Tefiel geftrand was,
zynde 57§ Voet lang ge weeft en de Staart 141 Voet breed.
*t Geraamte beftondt in ’t boven Bekkeneel, lang 17*, breed
en dik 5* Voet , loopende pieramiedswys naar vooren,
en zwaar zynde over de drieduizend Pond; voorts de On'
der-Kaakebeenen, van 15 Voeten lang en driehonderdvyftlg
Pond , met het volle Gebit van agtenveenig Tanden. Ook
zag men ’er het meefte deel der Ribben, eenige Rugge-Werve-
len , ieder als een Blok; benevens nog meer andere Gebeenten
tot den Vifch behoorende.
D E V O G E L E N .
IV. S t u k , Bladz. 2.
De Kenmerken der Vogelen in ’t algemeen zyn ontleend
van den Heer L in n ^e o s , die duidelyk zegt, dat zy gee»
Middelrift hebben (S jfl. Nat. E d X. pag. 78.) vervolgens,
bladz. 34, fpreekende van de Ademhaaling der Vogelen,
maak ik van hun Middelrift gewag, doch meld tevens, dat
’er Openingen in zyn, die doortogt aan de Lugt in den Buik
verleen en; waar uit dan blykt dat het geen eigentlyk ge-
fproken Middelrift of Middelfchot zy, de holligheden van
Borft en Buik van elkander afzonderende, gelyk in de Men fch
en
en Viervoetige Dieren plaats heeft. Hêt is ook maar een
uitbreiding van het Vleezige Vlies, dat de Longen bekleedt.
Bladz. 322.
In den Jaare 176a zyn de Premiën op het vernielen van
het fchadelyk Gevogelte in Vriesland door eene Publicatie
verlaagd : zodanig dat men voor een oude Haanebyter of
Schrobber flegts zoude ontvangen tien Stuivers; voor een
jonge drie Stuivers, en voor een Ey twee Stuivers: voor
een Wykel zes Stuivers: doch op de oude of jonge Aak-
fters en zwarte Rocken bleef de Premie, als vooren, op
drie Stuivers bepaald.
V. S t u k , Bladz. 8.
By Publicatie van den 12 Auguftus 1755, is door Gekom*
niitteerde Raaden in Weftfriesland en het Noorder Kwartier,
tot behoud en welvaart van de vier Vogelkooijen, die tus-
fchen de Steden Enklurizeh en Medenblik gelegen zyn , vaft-
gefteld; dat niemand, binnen den afftand van 500 Roeden
van dezelven in ’t ronde , by dag of by nagt, mag fchïeten,
kloppen, raazen , noch eenig ander dergelyk Geluid maaken,
naar inhoud van hun Édele Grootmogende Plakkaat van den
12 September 1676: noch ook de Vogelen, die komen aa-
zen op de Vlakte genaamd het Span, buiten den Noorder
Dregterlandfchen' Zeedyk, eenigzins ontruften of verjaa-
gen; op de Boeten en Straffen in het gedagte Plakkaat
gemeld.
Bladz. 79.
Men berispt my, dat ik den Zaagbek, die zeer klein is,
Mergus minutus van LinNjEUS , Hark etiolé of Etoilé van
Brisson, Pïlstaart genoemd heb; welke naam enkel zou
ba