, IV.
A fdeel,
x l v i i i .
Hoofdstuk.
Naam.
liaanen, fchynt niet met deeze, noch met de
voorgemelde S'nipviflfchen te ftrooken (*).
XLVIII. H O O F D S T U K .
Befchryving m n’t Geflagt der Beenvisschén,
dus ‘wegens de harde Huid, waar mede menze
gemeenlyk bekleed vindt,genaamd:tot welken
de Strykyzer-, Koekkoek- en Doos- of
Kofferviflchen bebooren.
DEn Geflagtnaam OJlracion geeft Artedi
aan zodanige Viffchen, die van een onge-
wooüe Lighaams Geftalte zyn, en bekleed met
een fchulpagcige Huid , die dikwils voor een gedeelte
, of in ’t geheel, met fcherpe Stekels of
Doornen,' lang of kort, bezet is , fomtyds geheel
glad of effen en niet gedoomd; zynde
Vierkantig, Driekantig en fommigen meer of
min Kloot- of Kegelrond van Lyf. Dit heeft
hun Geflagt zeer uitgebreid gemaakt; des de
Heer L inNjèus beter oordeelde die Viffchen te
onderfcheiden in drie Geflagten, waar van het
eerfte, onder den naam van OJlracion, de genen
bevat, die ongedoornd zyn, en het Lyf
als met een geheel Been bedekt hebben; weshalve
wy ’er den naam aan geeven van Been-
visschen, die eenigermaate bepaalder is dan
Schulpviflchen, gelyk men ’t Woord OJlracion
by
(U dpp* p. St Tab, j. N, 6,
by Seba vertaald vindt: want Schulpviflchen
betekenen, in ’t gemeen gebruik, heel iets
anders.
Dit laatfte behaagt egter den Heer Klein
niet, die oordeelde, dat de hardheid van de
Huid deezer. Viffchen, eer Toevallig dan Wee-
zentlyk zynde,, weinig Eigenfohap gaf tot den
gemelden Geflagtnaam, welke buiten twyfel van.
de hardheid der Schulpen afkomftig is. OJlradum
zegt Pliniüs, noemen fommigen het gene anderen
Qnychê heeten, en Onyx was, volgens
D ioscorides , een Schulpdekzel, hoedanigen
men thans Zee-Navels noemt: fommigen ver-
ftaan daar door de Blatta Byzcmtina. Den Vifch,
OJlracion Nili genaamd, noemt BelloNius H o.
loJleon,aIs geheel van Been, of geheel met
Been bekleed zynde: ’t welk Aldroyandus
neemt voor een Schaal- of Sdmlpagtigen Rok;
doch anderen agten het een harde Korft te zyn,
op de Huid gegroeid. Dit alles oordeelt de
Heer Klein onvoegzaam , en ftelt dat de Huid
deezer Viffchen flegts Lederagtig z y , wordende
door ’t droogen hard, dikwils broofch. en byna
onhandelbaar zonder breeken. Hy geeft ’er dan
liever den naam aan van Crayrcwion, door zyn
Ed. gefmeed, ’t zy van ’t Woord
*t welk betekent met Krop- of Kliergezwellen
, die de Huid oneffen maaken, behebt te
styn; of vah ’t woord Kgaupof, dat droog is
of dor.
Onder deezen Geflagtnaam fchikt zyn Ed.
I. Dr.sc. YIH. Stuk. G g 2 alle
XLviir.
Hoofdstuk.