I. Afdeel. Kalveren, o f uit de Darmen van zekeren Vifch,
JXXXIII. by de Sweeden Harr genaamd. Het Manvolk
rrus°FD Per^ de Kaazen uit, in kleine Mandjes, en
Rendier. dro°g tze °P een Plank, by ’t Vuur, in de Hut.
Deze Kaas is de voornaamfte Voorraad der genen,
die door Lapland reizen j zy geeft een zeer
kragtig Voedzel, dat tevens zeer aangenaam is,
en haare Vettigheid blykt uit de Olie, welke
’e r , onder ’t droogen op de Plank, van afdruipt;
een heerlyk Middel tegen de Winterhielen. Het
H u y , dat overblyft, wordt met Eijeren dik gekookt
, en verftrekt den Laplanderen, in de Zomer
, tot de gewoone Middag- en Avondfpyze .
zynde zeer aangenaam van Smaak, doch niet
zeer voedzaam. Men bewaart de Melk niet,
tot dat zy zuur worde, en Karnmelk heeft men
’er niet, dewyl ’er geen Boter wordt gemaakt:
want die men ’er van krygt is weinig en byna
Smaakeloos. Somtyds kookt men de Melk, en
van den Room, die ’er dan op komt, bereidt
men, met het Sap van zekere Bellen, ook een
foort van Kaas, genaamd Kappatialmas. Somtyds
neemen ook de Laplanders de Bladeren
van de groote Berg-Zuuring, die zy in een Ketel
doen en met Water kooken, gietende daar
dan Huy of Melkwey op, en dit, te famen
dik gekookt zynde, wordt in de Pens van een
Rendier of in eeq Vaatje onder den Grond begraven,
by den naam van Juemo-melke, om
in de Winter, of ’s Voorjaars, op te eeten,
GgBmik Lus leeft de Laplander, in de Zomer, van
het
het Zuivel deezer Beeften, in % Voorjaar ver-1. Af deeu
ftrekken hem veeierley foorten van Vifch, in XXXIII.
*t Najaar de Vogelen tot Spyze: maar ’s Win- S^ FD'
ters worden de Rendieren geflagt, en men re- R ‘nd{ef^
kent, dat vier Perfoonen een Week genoeg heb- van
ben aan een Beeft. Om het te dooden , kwet- vieefeB,
zen zy het van agteren, tuflehen de Wervelen enz‘
van den Hals; en het neergevallen Beeft wordt
met een Mes in de Borft geftoken; waar na men
aan ’t villen van hetzelve gaat. Byna alles; wat
eetbaar is , wordt daar van tot Spyze gebruikt.
Men droogt fomtyds het Vleefch of hangt het
in de Rook, en dan kan het lang bewaard worden.
Men kookt het zonder iets daar by, üaauw-
lyks half gaar, en onder den Maaltyd gaat een
bakje rond met V e t, dat men gefmolten heeft,
en waar van elk een Lepel vol o f twee gebruikt.-
De Tong is een zeer lekkere Spyze en wordt,
gedroogd zynde of gerookt, door geheel Sweeden
te koop gevoerd. Het Bloed bewaart men
in Vaatjes, om tegen ’t Voorjaar daar van met
Merg der Beenderen Sop te kooken : ook worden
’er Bloedbeulingen van gemaakt, met Vet
in plaats van Varkens-Reufel. De Blaas dient
doorgaans tot een Jenever - Flefch. Van de
Hoornen kookt men L ym ; doch, als dezelven
nog week en zagt zyn, kunnen ze even als
Worft aan Schyven gefneeden, en dus raauw
gegeten worden, ’t welk de Laplanders uit gebrek
fomtyds doen. De Huid is immer zo nuttig
en noodig voor dit V o lk , die ’er huu-
I, D»e i, III Stuk, H©