I. Afdeel, ftondt in Faifanten, Patryzen en ander Gevogel-
XXXIII. te. Op eene groote Klopjagt, die, in de Herfft
Hoofd- des Jaars 17 5 5 , in de Keur-Beierfche Ampten
van Mindelheim en Furftenheim gefchiedde,
werden 7 Herten, 9 Hinden, 60 Rheen, 116
Voiïen en 196 Haazen gedood. De onlangs over-
leeden Keurvorft van Keulen is een uitmuntend
Liefhebber van de Jagt geweeft: men mogt
zeggen, dat hy > gelyk oudtyds Nimrod , een
geweldig Jaager was op Aarde. Zeer dikwils
nam hy het vermaak van de parforce-Ja g t , en
dan werden veele Herten, die in de Boffchen
van zyne onderhoorige Landen menigvuldig zyn,
geveld. Zulk een groote Jagt werdt, onder
anderen, in ’c voord van September des Jaars
1755 gehouden in de nabuurfchap van Mon-
bèim ia ’t Bergfe Land , op welke 55 Her-
terï fjieuvelden zynde ’er twaalf door den Keur*
vorft van Beieren, en agt door de Keurvor-
ftin, eigenhandig gefchooten.
ïn Vrankryk, alwaar de Koning, de Prinfen
van den Bloede en die van den Adel, ook gfoo-
te Liefhebbers van de Jagt zyn, is het de manier
deezer Perfonagiën niet, om zig te ver-
moeijen met het Wild na te zetten : zy wagten
a f, dat hunne Jaagers hetzelve voorby hun henen
dryvën, en zodanig afmatten, dat zy het
gemakkelyk met een Kogel treffen kunnen. Geen
Officieren, Ruiters of Soldaaten , mogen eenig..
Wild fchieten of jaagen , veel minder het edele
Wild van Herten % Hinden of Rheen befchadigen?
fcen ; ’t welk in Duitfchland ook aan geen by-1. krxsf.iv,
zonder Perfoon , ’t zy Landman of Stedeling, XXXIIL
vry ftaat, .......................... STÜK.
In de Nederlanden is het Wild, zo even ge- jagt van 4
meld, zeldzaam, ten minftein de Provintie van grove Wifcf
, . in Holland
Holland en Weftfriesland , alwaar net egter* vtrbooden.
tuifchen Beverwyk en Petten , oüdstyds plagt
te zyn. Willem de IL , Prins van Oranje,*
gaf, in den jaare 1648, een Ordonnantie uit,
waar in zelfs aan de genen, die volgens het
Vonnis van den Hoogen Raadë, gegeven in den
Jaare 1505, tot de vrye Jagt bèvdegd zyn (iiaa-
melyk ’s Lands Ridderfchap en Edelen , benevens
zodanige Amptenaaren, die voor Domeftie-
kèn van de Graafiykheid gehouden worden,)
volflrekt verböoden werdt , eenigh grof Wildt,
’tzy Harten, Hyndeh-, Reeden $ Deynen bfte Svey-
nen, te jagen , fchieten ofte vangen, iïi den heet
len betjryve van de Houtvefterye van Hollandt
ende Weftfriëslandt, nochte oökmede in de Duynen
van Brederode , Egmont ende andere particuliere
Duynen, op te boete t'elcke reyfe van hófidert xxv
ponden. Wylen 2yne Doorlügtige Hoogheid,
W illem de IV. , Prins Vaö Oranje , Erfftad-
houder der Vereënigde Provintiën, heeft in den
Jaare 1750 dit Plakkaat, gelyk wy bevoorens1
melddèn ( * ) , vernieuwd : doch fommigen bë-
weeren thans , dat Weftfriesland niet behoort
ónder de Höutveftery vari Holland , en dat dë
In-
{$) 7Aè hét II. Stuk , bladz. 377*
ï. De Ki. in Stuk. E‘