Noord-Amerika, zegt men , dat e$n Beent- ^ afdeel.
je heeft in ’t Hart, gelyk z y ; waar van de XXXIII.
Vrouwen der Indiaanen tot bevordering der Hoofd-
ycrloflinge gebruik maaken, neemende hetzel- ƒ
v e , tot Poeijer.gemaakt zynde, in, met een weinig
Water of Vleefchnat van dit Beeft. Met
het Hair, dat zeer ftyf is , worden door hun
MatraGTen, Kuftens en Zadels gevuld,-even als
met Paarde-Hair. De Huid plagt koftbaar te
zyn; men hieldtze voor het fterkfte en fynfte
Leer tot Kolders ; maarfedert dat de Paarden en
Oflen-Huiden ook tot Zeemleer worden bereid,
is de Ptys daar van zeer gedaald. Het Vleefch
wordt yan de Indiaanen, in Kanada niet alleen,
maar van de Laplanders en andere Noordfche
Volkeren, zo zy ’t maar krygen kunnen, met
Smaak gegeten : dat van jonge Elanden verfchilt
weinig van Herten-Vleefch , doch dat der Ouden
is byfter taay en geil.
(3 ) Hert met rolronde getakte Hoornen, die niet
krom ftaan (*).
De Naam van Hert is aan een Soort van Beesten
(}', Cervus Gornibus ramofis tereribtis, incurvis. Faun.
Snede. p. 13. Syft. Mat. VI X. Cervus. G e»n. O^uadr. 1 ,
3, 4. Aldrov. Bifulc; 774. Jonst. Qjtadr. Tab. XXXI.
RaJ. Q^iuidr. 84.
(*' ïfe weet wel dat incurvis kromme Hoornen betekent;
ook ontken ik niet, dat de Hoornen van het Hert
eenigermaate frrom zyn; doch dewyl dit ook plaats heelt
in de Hoornen van den Eland en het Rendier, die zelfs
rneer kromte hebben, en de Hoornen van het Hert raa-
inelyk regt op den l{op fia&n: zo heb ik deeze onder*
fcheidjng gebruikt.'
WDtïi. III Stuk.
III.
Elaphus,
Hert.
1