I,‘AFDEEL.een halfjaarig Kalf, en de geflaltedes Lighaaras
XXXVI. zweemt veel naar die der Engelfche Bullen,
Hoofd- uitgenomen de Bult op de Rug en de Hoornen’
- die zo kort zyn , dat zy naauwlyks buiten het
gekrulde Hair, ’t welk boven op den kop is,
uitfleeken. De Ooren zyn veel grootcr en lam
ger dan de Hoornen ; van binnen , daar zy geen
Hair hebben, Vleefchkleurig. De Oogen zyn in
langwerpige zwarte plekken geplaatfl, aan de
zyden van den Kop: de Oogappels liaan in
kringen van Hazelnooten-kleur. De Neus is re-,
delyk breed en plat,, kaal en vogtig aan den
buitenkant, daar de Neusgaten zyn. Aan de
Lippen en Smoel Haan eenige llyve Hairen,
dun gezaaid. Het geheele L y f is bedekt met
taamelyk kort glad Hair , blaauwagtig Afch-
graauw aan den K op , Hals, Rug, Staart en Z y den
; wit in de Nek, gelyk ook aan de kanten
van de ^Neus en boven de Oogen. De Buik
is zo dunnetjes bedekt met helder Hair, dat’er
de kleur van ’t Vleefch door heen fchynt. De
Beenen, die wat dunner, doch niet langer zyn
dan die der Runderen, hebben ook een ligte
kleur, wordende allengs wit naar de Voeten
toe, van vooren gevlakt en met zwart getekend.
De Kwaft, aan ’t end van de Staart, is insge-
lyks zwart. De Hoeven zyn als die van ’t
Hoornvee, en donkerbruin van kleur.
Gebruik. Men gebruikt deeze Beellen in de Ooflin- t
dien , alwaar zy gewoon tam Vee zyn, omze
voor de Koetfen of Rytuigen te zetten in plaats
■ vaq
Heer Sloane dikwils had hooren zeggen, dat XXXVI.
men van de Schenkels van deezen Buffel, ge- J ^ ° 0FD'
brand of half gecalcineerd, aldaar maakt ’t gene
gewoonlyk Slangejleenen genoemd wordt, die
men voorgeeft gehaald te zyn uit den Kop van
den Slang, genaamd Cobra di Cabeto , en aan
dezelven die wonderbaare eigenfïhap toefchryft,
van, op de Wond gelegd zynde, ’tVenyndaaf
uit te trekken, en, in Melk gewaffehen of gedroogd
, wederom bekwaam te worden tot het
zelfde gebruik.
Zodanig een'Buffel is eenigen tyd graazende
gehouden op ’t Exercitie-Veld te Londen, maar
de nevensgaande Afbeelding is gemaakt naar
die, welke de Heer' Sloane in zyn Huis te
Chelfea hadt hangen, zynde getekend naar zulk
een Beeft, ’t welk uit Ooflindie aan den Heer
Baronet Josiah Child tot een prefent gezónden
was, komende volmaakt met het gemelde
overeen. L inn^eus zegt, dat dit Buffeltje in
China zig onthoudt.
■ f*
I . D eel. III Stuk» .X X XV IL