I.’AFoefeu
XXXXl.
I loOFD.
STfK.
IV.
Turfio.
Maftvifch.
zegt hy, was met cenen Tand voorzien aan het
end van de Snoet, en met vyfentwintig weder-
zyds , dat is 5 1 in ’t geheel, ook als Zeiiïens
gekromd zynde. Het Dier hadt de langte van
48 en de hoogte van 12 Voeten, zynde, op
zyne grootfte dikte, 36 Voeten in ’t ronde. Beneden
op de R ug, naar de Staart toe , hadt het
eene Bult van vier Voeten langte en anderhalf
Voet hoogte. De Vin, opzyde, was vier Voeten
lang en anderhalf Voet breed. De breedte
van de Staart was 12 Voeten , en de Kraan, by
het Lighaam, een half Voet dik.' Her Gat,
daar het Water door blies, was anderhalven
Voet lang.
(4) Kaziiot met een zeer hoog uitfteekende Vin
op de R u g, de Tanden van hoven plat.
’ t Is my duifter, waarom de Heer L innjéus
aan deeze Soort van Kazilotten den bynaam
geeft van Turfio, die door fommige Schryvers
aan den Bruinvifch gegeven wordt. R a jus
noemt dezelve Grootkoppige Walvifch met drie
Vinnen, die in de Onderkaak Tanden heeft
minder krom, en plat uitloopende. Zodanig eene
, zegt hy , die een Blaasgat voor op den Kop
badt, en op ’t midden van de Rug een opftaan-
de Vin, gelykende naar den Bezaans-Maft (*)
van
(4) Phyferer D o ifi Pinna altiflima, apiceDentiiim p lano.
A r t . Gen. 74. Syn. 104. Syft. Jhtnt. V I. Balaena ina-
croc'ephal.a bipinnis, qusc in Mandihula inferiore Dentes
haber minus inflexos 8c in planum definenfes. *Ra j ; Pisc.16.
The Mizen-Mafi, zegt R a ju s , dat is deBezaansof
van een Schip, werdt in den jaare 16 8 7 , aani .Afoeéü»
een der Orkadifche Eilanden, op ’t Strand ge- XXXXI.
fmeeten. Men vindt hemdikwils, zegt Brisson, ^ ™ ^
in de Oceaan omtrent de Noordkaap en aan de
Ruft van Finmarken, ter langte van over de 100
Voeten.
Dewyl deeze Vifch, by Nieremberg, Pisds ^ ^ ot
Mularis geheten wordt, volgens Klein , zalik,I7^2ge.
zonder naar de betekenis van die benaaming te
onderzoeken , alhier nog , voor c laatfte, een iandfche
Kaziiot befchryven, die aan de Kuft van Kata-Zee.
logne Pefcba Molar wordt getyteld: Zodanig een
ftrandde ’e r, den 17 December des jaars 17 5 2 ,
in de Haven de la Sebra, waar van men te Pa-
rys een Berigt in druk heeft uitgegeven , gekopieerd
naar dat van Gironne. Hy hadt de langte
van 60 en de hoogte van 22| Voeten, zynde
de omtrek 5 2 ! Voeten: zo dat hy veel dikker
dan de gewoone Kazilotten moet ge weeft zyn.
De Onderkaak was 14 Voeten 9 Duimen lang;
de Staart 14 Duimen dik. Van de Bovenlip tot
aan den top van den Kop, was hy 1 1 Voet 7
Duimen hoog. Anderhalf Voet was zyn Blaas-'
of Spuitgat wyd, en de opening van zyn Keel
over
o f Aeter- Maft : Mat de Mize'rie zegt Brisson , dat is. de
\ oor- o f F o k k e Maft. Maar waarom gelykt deeze Vm
meer naar één van die , dan naar den grooren o f Middel-
Alaft De langte, immers , zal zo groot niet zyn. Z o u
men ook de Boegfpriet meenen > OndertuiTchen fchynt
dit een merkeiyke opheldering te g e e v en , aan het gene
van dat zonderlinge Die r, genaamd /(ra ken, op de Ku lt
y an Noorwegen voorkomende, gemeld wordt. Z ie onze
^Aatitekentng hier v o o r j bladz. 444*
ï . D uel, 1 1 1 . Stuk* L I 5 .
f f