I. Afdeèl, XXXX. Hoofdstuk.
V in vifch .
Jupiter
Vifch
hï ’t
jaarna;
gevangen,
ren, zo dac de onderfte helft verloeren ging j
doch uit het L y f werden nog wel 500 Ponden
Reufel gehaald, en mede in het Jagt gebragt.
Het Spek was, Op de meefte plaatfen, drié
Duim dik bevonden. Men bragt hetzelve, ver-
kogtzynde, naar Sardam, en middelerwyl werdt
de Staart, het Kaakebeen en de Baarden, té
Delft, ’s Haage en Haarlem, aan veeie nieuwsgierigen
vertoond (*).
Deeze zelfde Vinvifch is het waarfchynlyk,
welken de Groenlandsvaarders J ü p ite r noemen:
Want, aan dén eenen kant, wordt die naamge-
voeglyk van het Bïskaifche Woord G ib b a r, dat
men by verbaftering G u b arta s en J u b a rtes uit-
fpreekt, afgeleid; aan den anderen kant zyn
de meefte eigenfchappen van den Vinvifch",
zyn geweldig blaazen, Haan en flingeren , op
'déézen Tytel toepaflelyk; gelyk ook, dat h y ,
als of hy de Koning der Viftchen ware, dezelven
bang maakt en verjaagt. De naam van G ibba r
was, buiten twyfel, van de Bult op de Rug,
die de gemelde Vin maakt, afkomftig.
De Heer AndeSrson , die den Jupiter voor-
ftelt als zyne vierde Soort van Walyiftchen,
geeft zig veel moeite om te ontdekken, of dezelve
ook van den Vinvifch vérfchillen moge.
Ten dien einde ftrekt de volgende Befchryving,
'door hem ontleend van een Kommandeur, die
’er
(*) D e zeldziam t en nooit gehoorde Walv'febvangl?.
Leid. 1684.
’er in den jaare 1723 één gevangen hadt (*)» 1. AfdeeL
en door andere VilTchers beveiligd. Deeze XXXX.
Vifch heeft den Kop zo groot niet als de ge^ Hoofd-
woone Walvifch * maar veel langer en fpkferg
de Bek is ook puntiger, het L y f dunner en
van agteren fcherper. Hy üheeft twee Gaten,
door welken hy Water bla'aft, en waaf mede
hy de Lugt uitlaat met zulk een Geluid, als het
fluiten van een Menfch met den Mond; maar
engelyk zwaarder en fterker; dat de gewoone
Walvilch niet doet. De laDgte gaat lomtyds
die van denzelven te boven, maar deeze, wel'
ken de gemelde Kommandeur ving, was flegts
van zeftig Voeten op ’t boogfte. De Huid zit
luim om den Vifch, en met kreukels, even o fzy
’er niet aan gehegtware, zynde van kleur zwarc-
agtig blaauw.
Deeze Vifch, die in ’t jaar 172 3 gevangen
werdt, hadt, behalve de Vin op de Rug, en onder
dezelve, een langwerpige Bult. Gekwetft zynde
gierde hy yzelyk, als een Varken dat ge-'
keeld wordt, en de Vifch, die by hem w a sw i l .
de hem niet veflaaten, ja ftrekte zig, toenhy
leeds dood was, ovèr hem heen, maakende
een fchrikkelyk getier. Men beftoöt ’er uit,
dat bet een Mannetje en Wyfje ge weeft zal
zyn. De Vifch was zo dol, toen men hem
êan-
(*) In ’t jaar 1758 , is door W.Wefltls, Koniinandéöï
van een Amlterdamfch Schip, ook een Jupiter gevit!-'
gen.-