392 B E S C H U Y V I N G
om zulks té betoogen : maar, hoe meer zyn
Stelling, doorgaat, boe meer de hoogdraavende
tegenwerpingen van den Heer de Büffo , op
de Methode van den Heer L lnïlëus, (die den
Ezel als een byzondere Soort in het Geflagt
der Paarden plaat f t ,) daar door ontzenuwd worden.
I. Afdeel.
XXXV ü.
Hoofd
S T U K .
wil)
Gebruik
van de
Melk.
De gelykheid der uit- en inwendige dee-
len, met die der Paarden , zal my de moeite
doen befpaaren, om iets daar van te zeggen.
Alleen merk ik aan, dat de Heer Daubenton
in de Maag van den Ezel dergolyke Wormen
vondt, als in.die der Paarden, doch minder in
getal, niettegenftaande des Ezels Maag, naar
evenredigheid , veel grooter ware. Ook werden
door hem, in de Lever van een Ezelin,
twaalf of veertien zulke platte Wormen ontdekt
, welken men in de Schaapen-Lever Botjes
noemt, in ’t Franfch Doiives, die ik op
Plaat X X V , in Fig. 2 , met de Letteren C ,
D , beb aangeweezen.
Het Vleefch der Ezelen is nog taaijer, en
onfmaakelyker voor een Europeaanfche Tong,
dan dat der Paarden. Galenos zegt, zelfs,
dat het voor de Gezondheid fchadelyk z y , en
aanleiding tot Ziekten geeve. De Ezelinne-
Melk, in tegendeel, is voor zekere Kwaaien een
beproefd, om niet te zeggen een byzonder en
eenig Middel, welks Gebruik, van dentydder
Grieken a f, tot heden, beftendig is in treinge-
bleeven en nog niets van zyne agtinge verlooren
heeft, Om die goed. te hebben, moet men ze
uit*
v a n T> e P a a r d e n , 393
ukkiezen van een jonge , gezonde , Ezelin, I. Afdeel.
die wel in ’t Vleefch i s , onlangs eerft gejongd XXXVII.
heeft en federt niet weder is belprongen: men sTU°([°>FD
moet het Veulen van haar afneemen, houden-
ze zindelyk en voedenze zorgvuldig metHooy,
Haver, Gerit, en zulke Kruiden, welker hoedanigheden
invloed kunnen hebben op de Melk,
die men ook niet koud moet laaten worden en
zelfs niet bloot ftellen aan de Lugt, waardoor
zy in ’t kort bederven zou. Zy moet zo warm,
als zy van ’t Beeft komt, gedronken worden;
’s morgens hoe vroeger hoe beter; want de
Patiënt dient ’er nog eenigen tyd op teilaapen.
De veelheid, welke men ’er de eerfte maal van
ingeeft, is agt Oneen, vermeerderende die allengs
tot zeftien Oneen , of tweederde van een
Wynbottel. De voornaamfte behoedmiddelen,
in ’t gebruik, agt men, geen andere Spys of
Drank te nuttigen, dan die ligt verteerbaar zyn,
en niet verzuuren in de Maag. Wyn moet men
’er niet op drinken. Onder ’t gebruik van dee-
ze Melk, dat ten minfte een Maand of zes
Weeken dient te duuren', zyn fomtyds Laxee-
rende Middelen of Klyfteeren noodig. In fom-
mige Geftellen moet de Melk, hóe dun zy ook
van zelve is , nog met Gerftewater of iets anders
verdund worden , en in Verzweeringen
van de Borft kan men ’er, met voordeel, een
vierde deel flap Kalkwater onder meDgen.
De Ouden hadden ook veel op met de krag- De Huid.
ten van het Bloed, de Pis, de Drek en Hoe-
3, Dhsi. 1X1 Stuk, B b 5 ven