I. Afdeel, gebeurd, wanneer men zulks aan ’c Deenféhé
XXXVII.Hóf niet gelooveri wilde, dat een der Ampte-
Hoofd- naaren van Koning Frederik den IV ., opFrede-.
fiksburg, een zyner Karospaafden daar aan waagde,
’t welk oogenblikkelyk e'encn lós gelaten
Beer aangreep, zonder e'enig Lyfsgevaar. Som-
wylen egter behoudt de Be er, door zyne meer
dan tweevoudige fterkte , op het Paard de overhand,
inzonderheid waftneef hetzelve hem de
Rug toekeert , en hem met de Agterppoten
fchoppen wil; want de Beer fpringt dan het
Paard óp de Rug, en houdt zig met Muil en
Klaauwen daar op vafh,; hoe fnel het Dier ook
tragt te rennen; tot dat het eindelyk in onmagt
nedervalt (*).
Wilde Eenige oude Schryvers fpfeéken vad wildé
Paarden. Paarden, en verhaalen zelfs waar die huis hielden.
Herodotus zegt, dat ’er zig aan de Oevers
van de Hypanis in Scythie bevonden, die
wit waren, en in het Noordelyk deel Van Thra*
c ie , over den Donau, die' het Hair v^f Vingeren
lang hadden over ’t geheelë Lyf. Aristo-
telés haalt Syrië, Plinius de Noorder Landen
, Strabo de Alpen in Spanje aan, als dé
plaatfen, alwaar men wilde Paarden vondt.
Onder de hedendaagfchen wordt het zelfde gezegd
ten opzigt van Schotland en de Orkadifchd
Eilanden, van Moskovie en ’t Eiland Cypritó
L eo de Afrikaan verhaalt, dat ’er in de Woésty
(*) ïfijt, bon ^ojtöcgcu. tl. th. p. h
ftynen van Afrika en Arabie wilde Paarden warén,
en dat hy zelf in die van Numidie een Veulen
hadt gezien, wit van Hair en met gekrulde
Maanen. M armol beveiligt zulks, wanneer
hy zegt, dat ’er in de Wildernilfen van Arabie
en Lybie gevonden worden, die klein zyn en
Afchgraauw_van kleur; dat men ’er ook witten
vindt, hebbende het Hair en de Maanen zeer
kort en ftekelig, welken zo vlug ter been zyn,
dat de Honden of tamme Paarden niet tegen
hun kunnen loopen. Men vindt ook aangetekend,
dat in China zeer kleine wilde Paard-
jes zyn.
Dewyl alle deelen yan Europa hedendaags
bevolkt en byna overal bewoond zyn, zo vindt
men ’er geen wilde Paarden meer, en, die men
in Amerika ziet, worden geoordeeld afkomltig
te zyn van tamme Paarden, uit Europa oor-
fprongelyk , door de Spaanfchen overgebragt,
die zig in de groote Woeftenyën van dat We-
reldsdeel vermenigvuldigd hebben. Immers,
dat deeze Dieren onbekend waren in de Nieuwe
Wereld, is gebleeken uit de vreeze en fchrik,
waar mede dc Ingezetenen van Mexiko en Peru
bevangen werden op ’t eerde gezigt van de
Spaanfche Kavallery. ’t Schynt dat dezelven ,
zo op ’t Vafte Land als op de Eilanden overgebragt
zynde, zig llerk hebben vooitgeplanc;
alzo men, in ’t allerzuidèlyklle van Zuid-Amerika,
groote Troepen vindt van wilde Paarden,
van welker Vangft de Indiaanen in dat Gewed
ï. m. stvx.’ Y hun
I. Afdeel,
x x x v i i .
Hoofdstuk.
Vangft
tlerzelven
in Amerika.