L A f d e e l . e e J ussieu , de üitgeftrektheid van negen Dui-
X X X V I I I . men langte, op drie en een half Duimbreedte.
Hoofd- £)e Vingers of Toonen waren vier in getal, met
STÜK' een Nagel aan *t end, die ’er ongevaar de helft
van befloeg , twee Duimen lang en een Duim
brééd. Hy merkt verder aan, dat de Beenderen
van deezen Kóp veel óvereenkómft fcheenen te
hebben met die verfteende Beenderen, welken
men in fommige deelen van Europa vindt, en
hy verbeeldt zig, dat die Delfftoffen, welken
in *t Graaffchap Foix tot het maaken van Tur-
kooifen gebruikt worden, zo wêl als dé genen,
die men in verlcheide deelen van Duitlchland
onder den naam van Ebiir fosjile opgraaft , van
dergelyke Tanden afkomftig zyn.
Gebruik ’t Gebruik der Tanden van den Hippopota-
deiTanden. mus Ouden reeds bekend zyn geweeft,
dewyl Pausanias fpreekt van een Gouden
Beeldje van Cybelc, welks Aangézigt van
dezelven gemaakt ware in plaats van Elpebeen.
Ook vindt men, dat ’er een gezien was van
dertien Ponden zwaar. Men heeftze, fchynt
het wel, altoos koftbaarder dan Yvoor gehouden
, en de Ouden moeten een byzondereKonft
gehad hebben, om dezelven te bewerken. Dee-
ze Tanden zyn ongelyk harder dan Yvoor, en
niet, gelyk die der Walruiïen, het breeken,
fplyten of geel worden onderhevig; weshalve
men dezelven altoos verkieft, om Tanden van
te maaken, die men in plaats der uitgevallene
in den Mond wil zetten ; als wanneer zy zeer
naar
naar de natuurlyke zweemen. Hierom zyn deeze j, AfDr,el.
Tanden thans nog zeer duur, geldende wel drie XXXVHL
Guldens het Pond. Men heeft zig zelfs wys ,looKD* , . , STU2. gemaakt, dat Ringen, daar van gedraaid * aan
den Vinger te draagen, een goed Middel tegen
de Vallende Ziekte z y ; als ook tegen Stuip,
trekkingen en de Kramp % doch dit voorgeeven
fchynt weinig gronds te hebben dan de inbeelding
alleen. Waarfchynlyk zullen zy van dergelyke
kragten zyn als het Yvoor en dergelyke
Stoffen : zo dat men op de Bloedftemping van
het Poeijer derzelven niet veel ftaat behoeft te
maaken.
Aan alle de Rivieren en Kuften van Afrika,
Vlccfclti
daar het Rivier-of Zee-Paard zig bevindt, wordt
deszelfs Vleefch van de. Inboorlingen gehouden
voor een lekkerny. K olbe verzekert, dat men
het aan de Kaap verkoopt voor twaalf of vyf-
tien Stuivers ’t Pond. Men zegt, dat het beter
gebraden dan .gezooden Z y , ’t welk te be-
grypen is, alzo de geilheid het anders byna oneetbaar
maakt, en de Reuk niet minder walge-
lyk is dan de Smaak, voor iemand, die het
niet gewoon is te gebruiken. De Poltugeezen
beweeren dat hetVifchzy, en maaken derhalve
geen zwaarigheid, om ’er hunnen Maaltyd mede
te doen in de Vaften. Z y geeven voor,
=dac een aan ’t Spit gebraden Borfiftuk van die
Dier zo goed als een Kalfsrib fmaakt.
Ik zou than$ nog onderzoeken kunnen, of het
Rivier-en Zee-Paard eenzelfde, a f .een yqrichiJ-
1. Jjaki. XII Stuk, D d 4 lend