I. Afw;p.x. woone Rivier-Paard onderfcheide. Ik zal hier
XXXVlIl.öog een Soort byvoegen, van welke dé Heer
Hoofd- Rrisson , onder den Naam van Hydrocharus, bok
ÏÏUIi* een byzonder Geflagt maakt, dat door het getal
der Tanden verfchilt van het andere; de-
wyl het maar twee, en de Tapir us tien Snytanden
in ieder Kaak heeft. Daarenboven is 'e r, zo hy
aanmerkt, eene byzonderheid in de Kiezen van
dit Dier, die ’er agt zyn ieder Kaak, vier aan
elke zyde; van boven zo diep in drieën ge-
fpleeten, dat elk zig als drie Tanden vertoont.
Naam. M arcgravius heeft hetzelve voorgefteld onder
den naam van Capybara, gelyk he'tinBra-
fil genoemd wordt van de Inwooners; doch door
die van Guajana Cabiai of Cabionard. De £u-
ropeaanen noemen hetzelve Wdter-Znnyn, o f
R iv ie r - V a rk en , en fommigen geeven ’er den
tytel aan van het allergrootfte Meir- of Moeras.
Varken. J ohnston heeft ’er, zo de Heer B ris-
sqn getuigt, een goede Afbeelding van gegeven.
Zie hier zyne befchryving van dit Dier.
Geftaite. Het evenaart omtrent een tweejaarig Varken
5n grootte. Van den Kop tot aan den Aars is
de langte ongevaar twee Voeten. De Kóp heeft
zeven o f agt Duimen langte en weinig minder
dikte: de Snoet is dik en ftomp; dé Onderkaak
korter dan de Bovenkaak. De Oogen zyn groot
en zwart: de Ooren klein en eenigërfnaate puntig.
Het heeft Knevels als de Katten, uit lange
ftyve Hairen beftaande: doch geen Staart. Aan
de Voorpooten zyn vier, aan de Agterpooten
drie
drie Hoeven, even als aan het voorgaande Dier. 1. Afdeel.
Het geheele L y f is met bruin, hard, kort en XXXVIII.
taamelyk digt Hair bekleed.
X X X IX . H O O F D S T U K .
Befchryving van den E enhoorn-Visch. Des-
- zelfs Geftaite en Rigenfcbappen. Tvoeehoornige.
Jndiaanfcpe. Oude Waardy deezer Hoornen.
Onderzoek naar den E enhoorn , als een Landdier,
volgens de Heilige Schriftuur, bet getuigenis
der Ouden en het verhaal van de Reizigers.
Adnmerkelyke Getuigenijfen dien aangaande.
Voorbeeld van een Dier onlangs in Afrika
gefebpoten.
I K heb hier voor gemeld, dat de Heer L in-
N-ffius thans zyn Agtflen Rang der Zoogen-
de Dieren maakt van zodanigen , die te voo-
ren van hem in de Afdeeling der VifTchen ge-
plaatft waren (*). Ook heb ik verhaald, hoe
de Heer B risson van deeze alleen een byzonder
Klasfe gemaakt heeft, onder den Naam \anCe-
tacea, dat hy op zyn Eerfte Klasfe, der Quadru-
peda, laat volgen ( f ) . Zie hier, wat hy als al.
gemeene Kenmerken van dezelven opgeeft.
Hun Lighaam is kaal, langwerpig: zy hebben
(*) Zie het I. Stuk deezer N a tm r l . H if t t r ie , bladz.
E31.
(f) ’r Zelfde, bl. 114.
J, Deel, III Stuk, D d 4