INHOUD VAN d i t STUK.
E E R S T E A F D E E L 1 N G ,
De Z O O G E N D E D I E R E N .
29
35
XXX. Hoofdst. Algemeene Aanmerkingen omtrent de
Herkaauwende Dieren ; hunne vie r Maagen.
Oorzaak van de Herkaauwing en Verteeringder
Spyzen. Bladz. 1
XXXI. Hoofdst. Befcbryving tmn 't Geflagt der Hemelen,
w a a r onder de Dromedariffen o ffn el-
loopende Kemels; de P eru viaan fch e, en 't Schaap
van C h ili, dat de Vigonia-^/geeft. ------ 9
XXXII. Hoofdst. Befcbryving van 't Muskus-Diè r ,
en in 't by zonder van het Beursje daar het Mos-
keljaat in is v e rv a t, als ook deszelfs Gebruik.
XXXIII. Hoofdst. Befcbryving van 't Geflagt der Hert
en , w a a r toe de K am e l-P a rA d , Eland, het
Rendier, Damhert, de Rhee, bet Bezoar-
Hert, en anderen beboeren. —
XXXIV. Hoofdst. Befcbryving van 't Geflagt d e r Geiten,
w a a r in behalve de gewoone Bokken, en d ie
van Angora, wegens het zogenaamde Kcmels-
hair v e rm a a rd ; ook de Steenbok en Gems, benevens
verfcheide Afrikaanfche en Indiaanfche,
„ die den Orientaalfchen Bezoar u itleveren , en
anderen, begreepen zyn.
XXXV. H o o td st.B efcbryving i>«»VGeflagt </<?rScHAA-
pen, haare Eigenfcbappen, Ziekten. De Botjes
in de L e v e r , Wormen in de K o p , Hairballen
in deM aag. De deelen derVoortteeling. E en Her-
maphroditifch Schaap. Profyten van de Schaa-
penweidery in verfcheide Landen. G ebruik van
de W o l, H u id , Smeer , enz.
XXXVI. Hoofdst. Befcbryving van 't Geflagt der Koei-
jen. Wdarneemingen van de Vee-Peft in vroeger
Eeuw en , D e Oorzaak en Kentekenen onder-
* 3 zogt.
155
219
2