j . afdeel. Voeten. De Huid is van kleur en gladheid als
XXXXII. die der Bruinviffchen (*),
Hoofd- By het openen van een Wyfjes Dolphyn ,
s UK* vondt men de Ingewanden van de Borft even Inwendige ... Deeien. als in de Viervoetige Dieren, waar door beveiligd
wordt, dat deeze Viflchen op de zelfde
manier Adem baaien als de Menfchen. Hun
Hart legt tuffehen twee Longen, die tot aan ’t
Middelrift reiken, waar tegen van onderen de
Lever aan legt, welker flinker Lob een gedeelte
bedekt van de kleine Maag. Hunne groote Maag
is van gedaante als een Itompe Kegel, met de
punt naar onderen. Boven dezelve is een Al-
vlees, en onder de Maag wederzyds een groote
Nier , die beiden uit zigtbaare Klieren famen-
gefteld zyn. Voorts vondt men in dit Wyfje de
Eijernellen zeer klein, niet meer dan een Duim
lang en van dikte als een Schryfpen, gelyk T y son
die hadt befchreeven. De Lyfmoeder be-
flondt uit verfcheide Rokken , doorweven met
een menigte van Vezelen, en was, evenals in
de Viervoetige Dieren, met Hoornen, om de
.Vrügt te huisveflen. Zelfs vondt men in de
Scheede een menigte Rimpels, en Klieren aan de
Wanden van de Lyfmoeder, die met een Slym,
als gewoon! y k , bezet was. Het Schaamdeel
maakte een langwerpige Spleet, waar inde Opening
(*) Men kan de Afbeeldingen nazien van de Dolphy- nen, op Tab. XLIII, in ’t Werk van Johnston, die
raatnelyk goed zyn: als ook die van ’t Bekkeneel op
Tab. XLIV.
ning der Waterloozing was en boven welke zig [. Afdef.l.
een Kittelaar vertoonde, van Beenige zelfftan- XXXXU.
Hoofdstuk.
digheid (*).
• ’t Gebruik der Dolphynen is even ’t zelfde
Gebruik.
als dat der Bruinviffchen, en men wil dat hun
Vleefch veel aangenaamer zy van Smaak. Hun
Spek wordt als dat der Varkens gezouten, en
men kookt ’er fomtyds ook wel Thraan van.
De Ingezetenen, aan ’t end van Noorwegen,
bereiden, zegt men, van derzelver Eijeren een
foort van Kaviaar j doch dit zou zonderling
zyn, dewyl deeze Vifch geen Kuit fchiet.
(3 ) Dolphyn met een opgewiplen Snoet, de Tanden
breed en Zaagswyze. B o t sk o » .
De Heer Brisson , die van deezen zyne vierde
Soort van Dolphynen maakt, -noemt hem in
’t Franfch VEpaulard, om dat hy zig als breed
van Schouderen vertoont. Zynen Latynfchen
naam heeft hy, zo R ajüsaanmerkt, vandege-
lykenis naar een Olie- of Wyn-Kan, door zyne
rondte en dikheid van Buik. Hy twyfelt of
het de Butskopf, dat is Botskop, zy van M a r tens
, die deezen naam aan zekeren Vifch gegeven
heeft, wegens de gedaante van zyn Kop;
doch
<*) Collins Anatomy. p. 6$4.
(2) Delphinus Roftro furfum repando, Dentibus latisicr-
latis. Ar t. Gen. 76. Syn. 106. Eann. Snec.267. SyJl. Nat.
VI. Orca Bell. Pisc. 18. R ondel. Ptsc: 4H3. G esn.
Pisc. 635. Will. Ichtb. 40. Balsena minor uuaque Maxilla
dentata. R a j. Pisc. 15,
1. Dexl. l i l Stvx, M m 2
" H B S