252 B e s c h r y v i n o
I-A fdeel, land, zyn dezelven menigvuldig. Het, Eiland
XXXV. van Groot-Brittannie vertoont zig als eene na-
tuurlyke Kweekery, daar deeze Beeden, een
zuiverer Lugt inademende, en het Voedzei haaiende
uit een drooger Grond ; doch, ’t gene
wel het voornaam.de is , van de Wolven be-
vryd en volkomen veilig, op het allervolmaak-
fte tiert, groeit, voorttceltenvermenigvuldigt.
™ Wo? Immers de Wo1 j het Vleefch en de Huid der
vêe in Schaapen , zyn het Onderwerp vaneenverbaa-
Groot Biit-zende Handel in dat Ryk. Om eenie denkbeeld
tannie. . . „ , , a
te geeven van de ongelooflyke menigte Kudden
Wolvee, die in Groot-Brittannie geweid
worden , zal het genoeg zyn te zeggen , dat het
getal der Vagten, die men ’er Jaarlyks fcheert,
meer beloopt dan dertig millioenen , en ieder
Vagt geeft ten minde vier Ponden Wol. j By
gelegenheid van eene Weddenfchap heeft men
5t getal opgenomen van de Schaapen, die’er in
den omtrek van Dorcheder, op denafdandvan
niet meer dan twee Uuren gaans in ’t ronde ?
gingen weiden, en men vondt ’er zeshonderdduizend.
De Engelfchen waren , onder de Reg
e lin g van Koning Henrik den | I I ., op hunne
Kudden reeds zo jaloers, dat deeze Vord qit-
drukkelyk verbieden deedt, eenig Schaap buiten
het Ryk te vervoeren; vreezende dat, in-
dien de Soort zig over Zee vermenigvuldigde,
de Natie zig van haaren zwaaren Handel in Wollen
Stoffen, dien zy toen reeds dreef, eerlang
beroofd zou vinden. Dit Verbod i s , onder de
volvolgende
Regeering, vernieuwd en heeft nog j. Afdeel,
plaats. De overtreeder verbeurt de eerde maal XXXV.
allé zyne Goederen; hy moet een Jaar lang Hoofd-
• i 1 STUK*
gevangen zitten , en op het einde van net
Jaar wordt hem de Hand afgehouwen op de
Markt, die men vervolgens aan een Paal fpy-
kert op een zeer zigtbaare plaats, en, indien
hy ’t voor de tweede maal doet, wordt hy met
de dood gedraft.
’t Is ontwyfelbaar, dat de voordceligheid der Wolle-Ma-
Fabrieken van Engelfche Lakenen, tot welken
men al de Wol, die in dat Ryk valt, en nog
veele andere, uit Spanje en van elders, is be-
noödigd * aanleiding gegeven hebbe tot dit ftren-
ge Verbod. Immers men heeft al voor veele
Jaaren gerekend, dat in een vlak Didrikt, in
’c Weden van Engeland, niet ver van Bridol,
wel viermaal honderdduizend Menfchen dekod
winnen aan de Wolle-Manufaktuuren. In ver-
fcheide Graaffchappen daaromdreeks zyn plaat-
fen, welke den Naam voeren van Laken• Vlekken,
om dat men ’er die Lakenen van gemengelde
kleur maakt, zo fyn van Stof en ligt, dat de
Natie ’er een ongelooflyke Vertiering van gehad
heeft door de geheele Wereld. In ’tNoorden
van Engeland, te Leeds in ’t Graaflèhap
York, is tweemaal ’s Weeks eenLaken-Markt,
daar de Kooplieden uit het omleggende Land
hunne bereide Stukken brengen en op Banken
te koop leggen. In een' Uur tyds, ziet men
daar, fomwylen, voor twee Tonnen Gouds aan •
I. Dïüu XXI Stuk. La