I. Afdeel een klein Steedje, dat onder het Regtsgebied
XX<XL van Hamburg- behoort. De Heer Andersom
Hoofd- daar van ujc het berigt van een Lid der
|^UK<
Regeeringe van die Plaats, het volgende opgemaakt.
De helft van deeze VifTchen \yareu Mannetjes
, de andere helft Wyfjes, die om te paaren
waarfchynlyk de Ondiepte gezogt hadden, maar,
door de- Ebbe en door den Ooften Wind ver-
raft zynde, op ’t Zand leggen bleeven. Hunne
Jangte was van 40 en 50 tot <5o en 70 Voeten.
De Viifchers vonden ze altemaal op zyde leggen
, met de Koppen Noordwaarts, een Mannetje
en Wyfje nevens elkander, en nog warm
zynde , zo dat zy die Nagt nog levendig moesten
zyn geweeft. Hunne kleur was bruin ; de
Kop geleek naar een der allergrootse Bakkers
Ovens, en agt Man nevens elkander maakten
de breedte uit. Het Vel was pen halven Vinger
en het Spek van agt tot twaalf Duimen dik,
zynde, door zyne verfchheid, by uitftek blank
en fraay om te aanfehouwen. Volgens het berigt
der Viifcheren zou men van deeze VifTchen,
den een door den anderen, wel 40 of 5 0 Tonnen
Spek hebben kunnen fnyden. Uit de Koppen
van eenigen derzelven werden vier of vyf
Vaten Sperma Ceti gehaald; doch de plaats daar
zy lagen gaf geen gelegenheid om ’er meer aan
te werken, en , de Zee zig met den Vloed verheffende,
-werden eerlang alle deeze Vifl’cheq
door de Baaren weg gefpoeld.
Men
K A 2 I L O T T E N. 5 3 5*
Men hadt in de Onderkaak, die weinig kor- 1. Afdffx.
ter was dan de Bovenkaak, 4® Tandengevon- XXXXI.
den, twee Duimen breed, en op de gezegde s^ FD' .
wyze als Wolfstanden gekromd, doch niette- Def an.
min fluitende in de Gaten van de Bovenkaak, den.
De Tanden, die men aan den Heer Anderson
bragt, hadden de laagte van omtrent 8 Duimen
, en naby het Tandvleefch was de omtrek
7 Duimen; zo dat de dikte aldaar ruim 2 Duim
geweeft moet zyn. Deeze Autheur is de eerfte
die opgemerkt heeft , dat deeze Kazilotten,
behalve hunne fcherpe Tanden en Hoektanden,
zeker getal van Kiezen hebben, v y f Duimen
lang. Deeze laatftèn, in ’t diepfte van den Bek
geplaatff, zyn een weinig krom, hebbende in
*t midden vyf Duimen omtreks, boven aan drie
Duimen, en eindigen met verfcheide punten ,
die buiten twyfel tot beter vermaaling van het
Voedzel flrekken. Hy kon niet te weéten komen
, of deeze VifTchen boven in de Mond ook
Kiezen hadden; doch hy twyfelde ’er niet aan,
dewyl alle Kaziiotten (zegt hy) ’er in de Bovenkaak
mede zyn voorzien , en de noodzaaklykheid
zulks fchynt te ^vereifchen. De Kiezen omlaag
zyn veel korter dan de Hondstanden, en raaken
niet aan de Bovenkaak, daar men bygevolg der-
gelyke Tanden onderflellen moet te zyn.
De Heer Anderson befchryft nog een Fazi- Een, in 't
lot van deeze zelfde Soort, wel in ’t jaar
17 3 8 , naby St. Pieter, in het Diflrikt van E i, ftad.
derftad, op ’t Strand liep. DeszelfsOnderkaak,
1, dsei. in sïvk. Dl A