I. Afdeel. zyn de zwaarden en meed met Vet beladen,
XXXV gelyk ook die van eenige andere plaatfen van
k° FD~ Normandie: in Bourgogne zy zy zeer goed ;
doch de allerbeden vindt men op de Zandige
Euden der aan Zee leggende Provintiën. In
Poitou, Provence, omdreeks, Bayonne, en in
eenige andere deelen des Ryks , vindt men zogenaamde
Vlaamfche Schaapen, die grooter yan
d u k , derker van natuur en dikker van Vagt
zyn dan de gemeene Soort, brengende ook dik-
wils twee Lammeren voort, ’t welk, omdatzy
tweemaal ’s jaars Oonen, vier Jongen maakt in
’ t Jaar. Zodanige Rammen worden doorgaans
tot het befpringen gebruikt. In Italië en Spanje
heeft men dergelyke Verfcheidenheden van Ras
onder de Schaapen, en in de Nederlanden is ’t
bekend, hoe veel de Tesfelaars van de anderen
in deugd verfchillen. De Engelfchen zyn het
fchoone Ras van hunne bede Schaapen, alleen*
lyk, aan het invoeren van dergelyken, uit Spanje
, verfchuldigd. In Sweeden heeft de Heer
Altstromm zulks insgelyks werkdellig gemaakt^
door- het inbrengen van Rammen uit Spanje en
Engeland, en zyn Voorbeeld is in dat gantfche
Ryk gevolgd geworden, om het voordeel| de-
wyl een Engelfch Schaap wel eens zo veel Wol-
le, en die nog den dubbelen Prys waardig is ,
voortbrengt als de gewoone Sweedfche Schaapen.
Ik vind egter aangemerkt, dat de Schaapen
, die uit Engeland in Noorwegen overge-
bragt worden, in de derde en vierde Teelt
reeds
reeds zodanig verbafterd zyn, dat men geen on- Afdf.el«
dericheid kan vinden tuffchen die en hetgewoo- XXXV.
re Noorfche of Deenfche Ras. Ook verkiezen Hoofd*
STUK*
veele Boeren in de Noordfche Landen de gewoone
bovèn die vreemde Schaapen, ' om dat
dezelven naauwer te wagten zyn voor de Koude
, meer aan Ziekten onderhevig, overvloediger
Voedzel gebruiken en minder fterke Huiden
uitleveren.
Immers in dat gedeelte van Europa bezigt Get,rmk
van de Vagt
men de Schaapen-Vagten op een byzonderema- jn rN0or-
nier, om het Lighaam voor de Koude te befcher- ‘to rnen.
De Boeren draagen ’er Wambefen van ,
met de Wol naar binnen gekeerd; zelfs Broeken
en Koufen. De Moskoviters en Perfiaanen
hebben , met de Wol naar buiten, Randen
om hunne Mutfen van de Vagtjes der ongeboo-
ren Lammeren. De bereide Huid, als Leder,
is daar ongemeen veel in gebruik. De Hoornen,
geflreeken zynde aangloeijend Yzer, bewaaren
’t zelve eenigen tyd voor de Roeit. Men is in fom-
mige deelen van Svyeeden gewoon , de Zooien
der Schoenen met plaatjes van zulke Hoornen
te békleeden , op dat dezelven langer duuren
mogen.
Een andere Verfcheidenheid betreft de kleur De Kleur,
van deeze Beeften, die gemeenlyk vuilwit is,
of een weinig uit den geelen; doch men vindt
’er fomtyds onder die zwartagtig of bruinagtig
ros zyn, en in eenige Landen zyn, gelyk de
Varkens, zo ook meelt alle Schaapen zwart.
I . Deel, I } I . Stuk# R \ N o g