I. Afdeel, demie der Weetenfchappen van Parys vertoond
XXXVI. heeft (*). '
stok° FD" ^ et waren Herfenen van een Os, zoda-
Het Brein ver^eend > dat zy de hardheid evenaar.
verfteend. den van een Keyftéen, zynde op foramige plaat-
fen alleen eenige weeke en fpongieule zelfftan-
digheid overgebleeven. Het Ruggemerg, on-
dertuffehen, zo wel als de Zenuwen, die onder
uit het Bekkeneel gaan, hadden haaren na-
tuurlyken flaat behouden. Het Agterbrein was
ook verfteend; het dunne Herfenvlies insgelyks,
en de geheele Klomp fcheen zo verward, dat
men moeite badt om de Deelen te onderfchei-
den. Inmiddels was deeze Os zeer vet, en zo
fterk, dat h y , toen de Vleefchhouwer hem
dooden wilde, tot viermaal toe den -dans ontsprong:
een aanmerkelyke omftandigheid, de-
wyl het eenigfte voorbeeld, ’t welk hier mede
gelyk ftaat, gevonden wordt in ’t Werk van
B ar th o u n ü s ; zynde van een Os in Sweeden
gedood, doch die zeer mager was en kwynende
fcheen. Valisnieri, egter, heeft dit ftufc, in
een byzondere Verhandeling, naauwkeurig on-
derzogt, en duidelyk beweezen, dat ’er nooit
een waare Verfteening van het Brein in levendige
Schepzelen heeft plaats gehad, maar dat het
waare Brein onder een Steenagtige Klomp verholen
zy geweeft ( f ) .
Dis
(*) l'Hift. de l'^Acitd. Royale des Sciences, de 1‘An.
1703. p. 26.
(f) Dell. Cery. de Bfte impietrite. MalL. P r e i,
dem, Vol. II. p- 26.
Die zelfde Natuurkundige heeft, zo wél als^ afdeel.
de Heer R eaumur , zig toegelegd om de oor- XXXVI.
zaak te ontdekken van de Wormen, welke de Hoofd-
Huid der Runderen, even als de Horfels in S™ K*
Wormen
Lapland die der Rendieren, bederven en volincjeHuid.
Gaten maaken. Zy hebben bevonden, dat deeze
Wormen niet, gelyk Valentini zig verbeeldde,
ontdaan uit de Eijertjes van Infekten,
die, met de Spys en Drank door deeze Beeften
•ingezwolgen zynde, in het Bloed naar de Huid
zouden gevoerd worden; maar dat zy ontdaan
uit Eijertjes, die van zekere Vliegen op de
Huid worden gelegd en daar door de warmte
uitgebroed. Het onderfcheid van dit Infekt en
den Horfel der Rendieren, is elders aange-
toond (*).
De Runderen in ’t algemeen, en de Osfen in Ziekten.
\ byzonder, zyn aan veelerley Lighaamskwaa-
len onderhevig. Men kan ’er elders een breedvoerige
Optelling van vinden, waar by de Middelen,
die ’er gewoonlyk tegen gebruikt worden
, zyn aangeweezen ( f ) . Ik zal hier alleen
maar fpreeken van die Ziekte, welke nu wederom
, federt zo veele Jaaren, byna door geheel
Europa gewoed, en ’er zo veel fchade aan dc
Menfchen toegebragt heefr, dat menze met r.e-
den als een Plaag des Hemels aanmerkt.
Ik heb hier de Vee-Peft of Sterfte der Run- Yee.Peft.
de-
(*) In het I. Deel der IJTtgezogte Verhandelingen.
bladz. 6/11.
■ (f) Zie' Chomel» Huishoudelyk Woordenhoekop Os,
I. Düu. III. Stuk.’