togt.Middelen 'e r tegen gebruikt.DeUit/lag vast
de In-Enting der zelve. Ferfcheidenbeden ónder '
't Rundvee. Z)^ Buffels en andere Soorten van
uitheemfche wilde Stieren*. ' r BIadz.26?
XXXVII. HooFDST.Zf/2'(6r3>wK^t)tf«VGeflagtüferPaarden
, waaronder d eE ze len e«Muilezelen,«/i
ook 't Hfrikadnfche D ie r, Zebra genaamd, be»
greepen zyn. D e Gang der P a a rd e nVoortteë-
ling: bet Hippomanes van 't Veulen. DeSnot-
terigbeid o/’Droes. IVormen in de Maag. Groo-
te Steenen u it buqnen Buik gebaald. VSagryn- -
Leder van deHuid d er Ezelen IVilde a/Woud-
Ezels. Jumarra’s, ecnfoortvan La/ibee/len. ‘ 332
XXXVIII. Hoofdst. Zte/iZryMflgtvï/z ^wRivier-o/ Z ee-
PAard. Het Amerikaanfchegenaamd Tapir o f
Manipouris. H etBra/tliaanfebeW &ter-Zwyrr. —— 404
XXXIX. Hoofdst. Befchryving van den Eenhoorn-
Visch. Onderzoek naar den Eenhoorn,«/; een
Landdier. ------42.3
XXXX. Hoofdst .Befchryving van VGeflagt d c rW h i,-
visscHEN. Opkomft en voortzetting van den
Walvifchvangfh E en Vinvifch levendig g e- ‘
vangen op de Zeeuwfche Stroomen. D e Jupiter,
de Noordkaaper , enz. ----— 44 r
XXXXI. Hoofdst, Befchryving van 't Geflagt der Ka-
zilotten , w a a r in van d ien , welke nu la atfi
aan 't H ollandfcheStrand is aangefpoeld, omm
Jland ig gefproken, en verder van andere Soorten
met drie Vinnen, met fcherpe Tanden; '
van den kleinen en witten Kazilot o f Wit- !
vifch, ook melding gemaakt, en voorts de z itp
laats van toWalfchot en Amber grys in deeze
Viffcben, naaim keurig aangeweezen w o rd t.------501
XXXXII. Hoofdst. Befchryving van VGeflagt d e rf) ol-
phynen ; w a a r onder de Bruinviffchen , de
Springer-o/’Bótskop', (fc Zabclvifcb, Wafgenaamd^
n «VBlaazersbehoor en. — 539
en der Bladzyden
alwaar de Figuur en aangebaald of be-
fcbreevenworden.
Plaat XX II. Af beelding van de Herten.
f tegenoverBladz. 59
Fig. i . ’ t Hert van Kanada. hl. 83
— 2. Klein Hert v.an Corfika. hl. 85
— 3. Groenlandfch Hert. hl. 86
— 4- ’t Damhert of Dein. bl.i 26
— 5. De Rhee. . b l.i\\
Plaat X X III. Afbeeld, v.’t Rendier.—------- Bladz. 99
De Sleedevaartder Laplandercn , hunne
Hutten en ’t loopen op de Sneeuw;
als ook het Ren-Mos * waar van ge«‘
fproken wordt ' bl. 110
Plaat X X IV Afbeeld.van de Gazellen
of Hertebokken, ----------- Bladz. 197
Fig. i. De Gazelle. bl.197
— 2. De Bezoar-Bok. bl.206
— 3. De Afrikaanfche Gazelle. 61.2 13
Plaat XXV. Af beeld.V. deScHAAPEN.----------- Bladz.223
Fig. i, Schaap met een1 zonderlinge
Hoorn aan de Keel. b l224
— 2. A , B. De Botjes in de Lever
der Schaapen. - 61.23a
C , D. Dezelfden uit de Lever
van een Ezel. hl.237
E. Worm uit den Kop . van een
Hamel; #.239
— 3. Pe Ingewanden van een Schaap.
bl. 242