488 B e s c h r y v ï n g v a n t> ïs
I. AfDF.EL.delfchot van een gefcheiden. De Smoel, ge*
XXXX.' tuigt Sisbaldus, was zo groot, dat ’er veertien
Hoofd- Mannen te gelyk in konden ftaan.
STÜK’ De Heer Brisson maakt, behalve de gemel-
Engeland- den, nog van drie Soorten van Walvifichen ge-
fche Pen- wag ) waar onder eene, die de vyfde is van An-
derson, en de Nieuw Engelandfche van hem genoemd
wordt, in ’t Hoogduitfch Pflockfifch,
dat is Pemifcb heet, in ’t Engelfch Punch of
Humpback-lVhale, wegens een foort van Bult,
die dezelve in plaats van een Vin op de Rug
heeft. Deeze Uitpuiling gelykt eenigermaate
naar een Paaltje, hangende agterover, een Voet
lang en van dikte als eens Menfchen hoofd.
De Zwemvinnen op zyde zyn agttien Voeten
lang, zeer wit en zitten byna aan’t midden van
’t Lyf. Het Spek gelykt veel naar dat van den
Vinvifch, en de Baarden zyn ook niet veel ge-
agt, hoewel beter. Hy onthoudt zig aan de
Kullen van Nieuw Engeland. .
Knobbel- Een andere, die aldaar ook huisvell en in ’t
Vifch. Engelfch Strag-Whale, in ’t Hoogduitfch Kno-
ten of Knobbelvifcb genoemd wordt, maakt de
zesde Soort van den Heer Anderson uit. Deeze
Schryver meldt, dat dezelve, zo in veelheid
van Spek, als in gellalte, het allernaalte aan
den Groenlandfchen Walvifch komt. Hy heeft
op de Rug, niet ver van de Staart, ter plaat-
fe daar de Vinviffchen hunne derde Vin hebben,
een half dozyn Knobbels, en om die reden
noemt
W A L V I S S C H E N . 4^9
noemt hem Brisson de Zesbultige. De Baar- j Afdeix.
den egter zyn wit, en moeielyk te fplyten. XXXX.
Behalve de Walviflchen en Vinviflfchen, ont- Hoofd-
houdt zig in de Noorder Oceaan nog een Soort
van Vifch, die' tot dit zelfde Geflagt behoort,* i.aaper.
hoewel ik ’er, by den Heer L inn^.ds , in ’t
byzonder geen gewag van gemaakt vind: te
weeten de Noordkaaper. Deeze heeft van de
Nederlandfche en Hamburgfche Viflchers dien
naam gekreegen, dewyl hy zig in groote menigte
omtrent de Noordkaap, zynde de Noorde-
lykfte Uithoek van Europa, onthoudt, hoewel
hy ook veel omtrent Ysland, aan de Kuil van
Noorwegen, by de Eilanden Faro en Hitland,
gevonden wordt. Zelfs fchynt hy veel Zuidely-
ker te komen; want ik vind aangetekend , dat
’er op de Kuil van Guinée wel verfchynen, die
aan-het verja'agen-der Viiïchen kenbaar zyn (*).
De Noordkaaper, die van Brisson de Ts-
landfche, en van Klein de Ts-Walvifch gehee-
ten wordt, gelykt in gedaante volkomen naar
, den Groenlandfchen, doch hy heeft den Kop
kleiner en het L y f dunner, de Baarden korter.
Hy is in alle opzigten kleiner, maar ook vlugger
dan de groote: zyn Vel is niet zo zwart:
ja zelfs wit of blaauwagtig. Voorts verfchilt
hy van denzelven door zyn Aas, ’t welk niet
gelyk dat der Walviifchen in Mekten , maar in
Haringen, en anderen Zee-Vifch beftaat, gelyk
dat
(*) Bosman, Htftbry ving yn n G w n e e . II. D. bl. 60.
ID u t. IIlSivA. Hh 5