I. Afdeel, van geneeft. Maar, hoe weet men dit, en wat
XXXIU. bewys is ’er , dat ’er meer kragt ftcckc in dee-
stuk FD ze ^ aaaw ’ dan in dergelyke Lighaamsdeelen
Eland- van ar)dere Dieren; by voorbeeld in ’ t Schaaf -
zel of de Snippers van Paardehoeven. Datdee-
ze Klaapw met een Byl in één flag moet afgehouwen
zyn van een nog leevend Dier, op den
dag van St. Gilles, van een Mannetje dat jag-
tig is en nog geen Wyfje befprongen heeft:
dit ruikt zeer naar Bygeloovigheid, en dient
om de Gevallen, waar ip de Elandsklaauw nutteloos
bevonden wordt, te verbloemen. Waaneer
het fchraapzel ’er van ingegeven wordt,
zo kan het zekerlyk, door de Scherpigheden te
omwinden, eenig nut doen ir^Stuipagcige Kwaaien
der Kinderen, en het aardagtig Poeijer, dat
uit Azyn, waar in een gedeelce van die Klaauw
ontbonden was, door Wynfteen-Olie neerge-
ftooten wordt, heeft een Zuurbreekcnde Kragt:
maar wat zal men denken van het draagen van
Stukjes Elands-Klaauw, in Goud ofZilveringe-
kaft, aan den Vinger, aan den Hals, of elders,
zodanig dat de Klaauw aan de Huid raakt. Zou
men van dit Behoedmiddel , met reden, meer
verwagting mogen hebben, dan van zig het Been
te binden met een Elands-Pees, tegen de Kramp;
daar men weet, dat zulks met een Koufeband
zeer wel gelukt.
Gebruik J3e Elands-Hoornen zullen , hoewel men ze
van t Hair, . .
de Vagr en^iet veel gebruikt, waarfchynlyk byna de zelfde
1 Vleefch. Kragt hebben als. die der Herten, De Qn'gnae