I. A fdeel, deren, anders ook wel Runder-Ziekte genaamd,
XXXVI. op’c oog: die, n a ‘dat zy zig in Vrankryk eenige
stuk. Jaaren geopenbaard hadt , en vervolgens ont-
Vee-Peft. ft°ken was in Vlaanderen, omtrent den jaare
1744. ook doordrong in de Vefeenigde Provin-
tiën, en federt döor byna geheel Europa zig
uitgebreid heeft, houdende nog tot heden in
fommige dèelen aan. Omtrent den jaare 17 13
was ’et een dergclyke Stetfte in de Nederlanden,
doch dezelve hieldt in den Jaare 17 2 1 op.
Het was toen omtrent dertig Jaaren gelee-
den , dat men zulk een doorgaande' Sterfte
def Runderen in Europa hadt; nstamelyfc die
van ’t jaar 1Ö82 , wanneet de Plaag uit Italië
in Bourgondie, en van daar in Switzerland
overkwam , zynde diestyds. in Groningen eti
Oodfriesland zeer hevig ; doch dezelve hieldt
op met het end van ’t jaar.
Haare Dewyl ik, in het Hollandfch Plakkaatboek,
I f Tm™ n'et vroeger van eenige Ordonnantie omtrent
fchenpoo- de Ründef-Ziekte gewaagd vind, zö zou riien
mogen. gaaft mogen denken, of dit een nieuwe Plaag
ware, ten minde in dit Gewed; doch de Heer
N. Struyck heeft rriy de Berigten meegedeeld,
die by gelegenheid van het nafpooren van de
Verfchyning der Komeeten of Staartderfen,
welken men weleer als Voortekenen van de
Ped en andere Plaagen aanmerkte, door hem
in de oude en laatere Gedenkfchriften. ge vonden
waren: waar uit blykt, dat men niet alleen
in de voorgaande Eeuwj nog tweerrjaal > zodafiig
Uig een Sterfte der Runderen in de Nederlan x. Afdf:ëfej
den gehad heeft, maar het zou daar uit wel XXXVL
fchvnen, of dezelve omtrent om de dêrtig Jaa- Boofd-
ren kwam* Immers ik vind ze op de jaaren
16 17 en 1653 aangetekend ( * ) , ’t welk, met
die van 1682, 17 13 en 17 4 4 , thans omtrent
vier zulke Perioden of Tuflchenpoozingen
maakt. In de Zediende Eeuw vind ik ’er niets
van gemeld, dan alleen op ’t jaar 15 0 3 , en
in ’t jaar 1272 was door geheel Vriesland een
zwaare Sterfte onder ’t Vee;
Verwonderlyk is ’t , in hoe vroege tyden reeds Zwa^fë
melding gemaakt worde van zulk een Vee-Ped; ]3a
doch zy fehynt toen doorgaans met een Sterfte
onder de Menfchen gepaard tezyngeweed. De
Hidorie-Schryver Livius verhaalt, dat in ’ t
vyfhonderd-zeven-en-zeventigde Jaar van Rome,
’t welk nog omtrent 175 Jaar voor ’sHei-
lands Geboorte was, eèn Sterfte der Runderen
plaats had, waar op, ’s jaars daar aan , Ziekten
onder de Menfchen volgden QJ); Op ’t jaar
810 , dat is negenhonderd-vier-en-dertig Jaar of
3 1 Perioden voor die van ’t jaar 174 4, was de
Vee-Ped zeer algemeen en zwaar. Verfcheide
Schryvers maaken daar gewag van. In fommige
Kronyken wordt verhaald, dat op de Togt
van
(*) Men is dikwils van 't Jaar, wannéér zy aanvang
nam, iflet verzekerd; od ’ t jaar 1648 vind ik in Noorwegen
een zwaare Runder-Sterfce.
(f) T. Liv. Libr. XLI. Cap. 21. Tom, Ijl. BafiLij^ov
P- ? 44- 1. Dkkl. 1H Stmk»
’’ fftiTliT rnnïïWKu
T