I. Afdeel. Ik zal hier nog de fcefchryving byvoegen van
XXXXII.twee andere Viffchen, die door den Heer Bius-
stuk.OFD" soN ’n hcc GeflagtderDolphynen zyn geplaatft.
Zabel- De eerfte is de gene, die van dé Groenlands-
Vl - vaarders gemeenlyk Zwaardvifch geheten wordt,
hoewel veel verfchillcnde van de gewooneZwaard-
viffchen. Hy noemt denzelven, Dolphyn, met
een Vin op de Rug, die mar een krommen Zabel
geijkt, de Tanden fcherp en den Snoet als geknot
hebbende. Ik geef ’er , wegens de kromheid van
deeze Vin, welker geftalte de eenige oorzaak is
dat men hem Epée de Mer noemt, den naam aan
van Zabelvifch.
De langte van deezen Vifch is tien of twaalf
Voeten: hy heeft een Gat in de Kop , waar door
h y , gelyk de Walviflchen, Water ipuit. Zyn
Kop is , gelyk die van den Botskop, ftomp;
doch op de Rug, naarde Staart toe, draagt hy
een Vin, van drie of vier Voeten lang, als een
kromme Zabel, of liever als een fpitfe Paal,
die naar de Staart is omgeboogen met de Punt;
zynde by het L y f een of anderhalf Voet breed.
Met deezen Zabel kan hy de Walviflchen geen
nadeel doen, doch niettemin is hy een groot
•Vyand van dezelven. De Zabel viffchen, naame-
]yk, zwemmen doorgaans by Troepen, en tasten
den Walvifch van alle kanten aan, bytende
groote Hukken van zyn L y f , tot dathy, door
’t Gevegt afgemat, de Tong uit den Bek laat
hangen, daar zy* gretig op aanvallen en die
ver-
D o l p h y n e n . 55 r
verfijnden, even gèlyk men dit van de Zwaard.r< AfWtEIi
viffchen getuigd vindt (*)• XXXXU.
Zodanige Zabelviffchen komen omtrent Spits- Hofcra-
bergen en in de Straat Davis dikwils voor. Mensrük’
heeft zelfs kleine gezien by Heiligland aan den
Mond der Elve. Z y zyn wonderbaarlyk fnel,
zo dat het ondoenlyk is dezelven te vangen,
ten zy men ’er een met een Kogel mogt kunnen
treffen: Sommigen verbeelden zig, dat de
gemelde Vin op de Rug hun dienen zoude, om
de fnelheid van hunnen loop te maatigen, of
in fommige gevallen dien geheel te fluiten.
Aan de Kuften van Nieuw Engeland ontmoet de Walmen
fomtyds zodanige Viffchen, van tw in tig^ h****
tot dertig Voeten lang, die men ’er Killers, dat naamd,
is Dooders noemt, om dat zy hun werk maa-
ken van het ombrengen der Walviflchen. Z y
randen die even als db Honden een Stier aan;
fommigen houden» hem by de Staart vaft, ter-
wyl de anderen hem by den Kop met Haan en
byten tragten te overmeefteren. Van eenen jongen
Walvifch zullen zy niet affcheiden, voor
dat zy deszelfs Tong hebben opgevreeten, en,
als hy dood i s , blyven zy ’er zo lang b y , tot
dat het Kreng begint te ftinken. Men meent
re-
Cf) Men wil ons thans wys tmaken, dat de Zwaard-ea
Zaagviflchen niet alleen, maar ook de Walviflchen en an-.
deren van de grootfte Soorten, meeftal van Zeeplanten
zouden le'even, en weinig of niet op Viffchen aazen. Het
eenftemmig Berigt, egt er, van de Groenlandsvaarderaea
anderen, ftrydt hier tegen, gelyk wy gezien hebben.
I’. SSEX 111. Si WK,