464 S l S C H R T V I B f c VAN ÖE
I. Afdeel, zyn. In ’t volgende Jaar viel dit aan drie-en-
XXXX. twintig Schepen te beurt.
Hoofd- heefE dan de p y e J l -Y s Viffchery in trein STUK. in ’t gebragt , die nog heden geoefend wordt.
Weft-YsofDoor hét ontlaaten van het Weer , naamelanc?
r0en* lyk > komt in de Z e e , die toegevroozen was
geweeft, aan de Weltzyde van Spitsbergen
een opening, en daar formeert z ig , aan de
Kullen van Groenland, een Zoom van Ysvelden
en Schotfen, waar in de Vifch zo ’tfchyntzig
-veilig agt, ten minlle in taamelyke veelheid zig
onthoudt. Derhalve is dit Ys de plaats der he-
dendaagfche Groenlandfche Viflchery, beflaan-
de de geheele uitgeflrektheid der K uil, van de
hoogte van Jan Maijen-Eiland tot aan die van
Spitsbergen ; dat is ongevaar van de 70 tot 80
Graaden Noorder Breedte. Mén tragt gemeen-
lyk op hooge Graaden in ’t Ys te loepen, de-
wyl de Ondervinding heeft geleerd, dat zig aldaar
de meelle Vifch onthoudt: doch ’tgebeurt
ook wel, dat dezelve zig door het Ysverfpreidt 5
o f meerder op andere plaatfen verzamelt, en dus
opgezogt moet worden ; ’t welk dan dikwils,
op die hoogte, een fchraalen Vangit veroorzaakt.
Menigte Dat ’e r, door den tyd, eenige verandering
gen^Vifch" in L°°P* ° f Verzamelplaatfen deezer Dieren
moet komen, is niet te verwonderen. Want,
hoe groot van ukgeltrektheid de Wateren ook
zyn, daar zy zig in onthouden, het getal van
deeze Zee-Monfters, welken men reeds vernield
heeft, is zo groot, dat ’er al een onverbeeldelyker
' W A Ï . V Ï S S C H E N . 465'
lyke menigre van zou moeten zyn in de Noor- f. Afdeel*
der Oceaan, om niet kennelyk te verminderen. XXXX,
In fommige Jaaren, zegt Z orGdraager, wer- IIooi'D’
den, op de gemelde plaats, wel agttien-or ne.
gentien honderd Viffchen gevangen, waar by
men nog tellen moet dezodanigen, die gedood
zynde weg zinken, of met de Harpoen in ’t
L y f onder ’t Ys glippen en aldaar llerven. Uit
de ’L y ft, die in zyn Werk daar vanopgegeven-
wordt, blykt dat, van den jaare 1669 tot aan
17 2 5 , door de Nederlanders gevangen en’thuis-
gebragt zyn , meer dan vyfendertig-duizend Wal,
viffchen. Indien nu , geduurende deezen tyd ,
door andere Natiën nog vyfduizend zyn gevangen
, zo maakt dit veertigduizend, en, de-
wyl de Vangll in ’t voorfie der voorgaande
Eeuw zo voordeelig was, dat men Noordsvaar-
ders moeit af huur en om de Thraan te laaden,
die twee Togten deeden op een Jaar naar Smee-
Venburg; zo is ’t niet te denken dat de Vangll,
een vyftig of zeflig Jaaren voorlyker, minder
zal ukgeleverd hebben, dat is over ’t geheel
tagtigduizend , en hier nog by doende twintig
duizend voor ’t getal der Viffchen, die na het
jaar 17 2 5 , tot heden, gevangen zyn door de
Nederlandfche en andere Schepen, zo zou het
getal deezer Zee-Monllers, die men in de tyd
van anderhalve Eeuw vernield heeft, honderd-
duizend lluks bedraagen.
■ Verfcheide andere Natiën hadden, in’teerff, Vangft
ook haare Traankookeryën op Spitsbergen, elk ^
ï. Dsif, ju. sïus, G g aati