I. Afdeel.moet men de Beeften, indien zulks noodig geoor-
XXXVI. deeld wordt, doen Aderlaaten. 2. Dan neemt
Hoofd- een haif poncj Spaanfche Zeep ; hoe har-
P"H ^er en bruiner hoe beter; die men, geheel
* klein gefneeden zynde, doet in zes Kannen koo-
kend heet Water, ’t welk men wel omroert,
tot dat alles gefmolten zy ; wanneer men daar
in doet een hand vol Sa’peter, en geeft daar
van aan het zieke Vee, ’smorgens en ’savonds ,
een Stoop in, tot dat de Loop begint. Het
rnengzel moet de dikte hebben van dunne Melk-
bry, en kan, indien het door te bly ven liaan wat
dik geworden i s , met kookend Water verdund
worden. Indien men ’t zelve voor het aankomen
der Ziekte ingegeven, en daar door het Vee
eeö' weeken Afgang veroorzaakt heeft, zal het
weinig gevaar loopen. 3. Men gebruikt een
Tabakskly fleer, of blaaft , by gebreke van dien,
de Rook uit een gewoone aan het end wel
effen gemaakte Tabakspyp, tot het Gedarmte
in , om de Loop te bevorderen , die, hoefchie-
lyker zig in de Ziekte verwonende, hoe meer
hope geeft. 4. Terwyl de een het zieke Beeft
den Bek open houdt, neemt de ander een weinig
wel fyn gewreeven Salpeter, zoveel hymet
de drie Vingers opvatten kan, en fmyt het die
in den Bek; waar op de Kop 'zo aanftonds los
gelaten wordt, om te beter te kunnen fchuimen
en kwylen. Dit doet groot nut, dewyl de
Smoel en Neusgaten daar door van Slym gezuiverd
en vervolgens de geheele Mond vogtigen
zagc
zagt gehouden wordt. Als de ingeworpen Sal-1. Afdeel.
.peter niet van die uitwerking is, mag men het XXXVI.
Beeft verboren agten. 5. Dewyl het Vee in ST^ OI D'
de aanvang der Ziekte weinig drinkt, zo is ’t yee_pef*t
■ noodig, dat men ieder Beeft, dagelyks, drie
o f vier Bottels laauwagtig Water, waar in een
half of drie vierde Loots Salpeter gefmolten z y ,
in de Keel giete. 6. t’Kan geen kwaad doen,
dat men het met een Borftel wryve, alzo de
Zweetgaatjes van de Huid daar door open gehouden
worden. 7. Wanneer het Beeft hard-
lyvig is, geeft men het omtrent een OnceTer-
penthyn-Olie, met een of twee Eijerdoiren en
Water gemengd, in ’t Lyf. 8. Ook is het,
geduurende de Ziekte, dienftig, het V ee, nu en
dan eens, drie, vier of v y f Lepelen Lyn-Olie
te laaten gebruiken, om de Borft te verzagten
en dus de Hoeft of het Kuchen te verminderen.
9. Zo dra zig de Loop openbaart, is het dienftig,
gewreeven Dennen-Schors te mengen met
Eijer-Doiren, Water en zo veel Gerfte-Meel,
dat het een klomp zy van een Vuiftgroot; dee-
ze geeft men, zo dra het doenlyk is , aan ’t
Vee in, met een half Mutsje Lyn-Olie: daar
mede wordt om de zes Uuren voortgegaan , tot
dat de Loop opgehouden is , en verder geeft men
maar Lyn-Olie alleen. Het is in de RoodeLoop
een zeer nuttig Middel. 10. Indien ’er, .op ’t
eerfte ingeeven , aanftonds een Verftopping
volgt, moet op nieuws de Tabaks-Klyfteer gebruikt
worden, om weder open Lyf te ipaaken;