I. Afdeel. In het Hart der oude Herten wordt fomtyds
XXXIII. een Beentje gevonden, waar aan fommigennog
stuk. grooter kragten, dan aan de Hertshoornen‘J
*r Beentjet °efchryven. Het heeft de Iangtë omtrent van
Dit het Hart. een Pink, en de gedaante van een Kruis, hoewel
er dikwils dö bovenfle punt aan ontbreekt.
In het Kabinet van den Koning van Vrankryk
Vindt men ’er verfcheidene, waar van de grootten
drie Duim lang zyn. V esaliüs heeft reeds
opgemerkt, dat het de Peèzen zyn der Spieren
van het Hart, aan den oorfprong vandegróoté
Slagader en van de Long-Ader geplaatfl, die
allengs hard worden en in de Ouderdom een
Beenige zelfflandigheid verkrygen. Dit Beentje'
moet zeet wit zyn en maatig van grootte: wand
het Beentje, dat op dezelfde wyze in de Harten
van oude Stieren groeit, wordt ’er dikwils
Voor verkogt, zynde niet te onderfcheiden dan
I door de grootte. Men plagt aan het Beentje
uit het Hart der Herten eene byzondere Hart-
flerkende, Tegengiftigê en Bloedflempende
kragt toe te fchryven; doch , dewyl het naauw-
lyks ooit op zig zelf alleen gebruikt Wordt, zo
is het te geloovcn, dat de kragten, die men’er
van ondervindt, meefl afhangen van de byge-
mengde Middelen,
h«Bbedft’ Ik tWyfd ZCer’ o f men wel meer Haat kari
Mefgr enz.maaken °P de byzondere kragten, die door de
Ouden aan ’t Poeijer van de Schaft van ’t Hert,
tot bevordering van de Voortteeling, zyntoe-
gefchreëven; of ook aan ’t gedroogde Bloed
tegen de Pleuris en het Podagra; of aan beiden [% afdeel.
tegen de Roode Loop. Plet-Merg van deszelfs x x xtlf*
Beenderen i s , verfch zynde, ongemeen ver- Hoofd-
zagtende, en wordt met vrugt in deKlyfleeren
tegen de Darmpynen gebezigd, of ook uitwendig
als een Smeering, tegen de Kwaaien
der Zenuwen, Peezen en Gewrichtsverflyvin-
gen. Met niet minder verwagting kan men
van ’t Vet of Smeer van ’t Hert, zo in als uitwendig,
gebruik maaken in alle Gevallen,
daar verzagting en weékmaaking wordt vereifcht.
Van de Huid wordt een zeer zagt en duurzaam
Leder gemaakt, ’t welk veel naam heeft, zo
tegen ’t Podagra, als tot bevordering van de
Kraam.
In de holligheid , die onder ieder Oog is van Beioaf-
een oud Hert, wordt eene S toffe gevonden die Steen vaa
week is en zwart van kleur, wordende hard 1 en'
als zy opdroogt, en dan noemt men ze de
Traanen of. Bezoar-Steen uit de Oogen van het
Hert. Twee zodanige *Steentjes zyn ’er in ’t
Kabinet van den Koning van Vrankryk, zeer
ligt van zelfflandigheid, ieder omtrent elf Li-
niën of twaalfde deelen Duims lang, zeven Li-
niën breed, en zes Liniën of een half Duim
dik. Ook vindt men, in dat Kabinet, eenreg-
te Bezoar va» ’t Hert, die platagtig Ëy vormig is
Van figuur, geelagtig van buiten en wit van binnen
; twee Duimen en eene Linie lang, één
Duim en tien Liniën breed, vyftien Liniën
dik; weegende drie Oneen ^yf en een half
ï. dkei. in stuk. Drach