J. AFDEEt.ben, en daar hetzelve dus vervuild is, o f uit
XXXV. Poelen en Moeraden. Doch anderen oordeelen
Hoofd- met m£ e r groncj , dat de oorzaak niet bedaa in
stuk. °
de overvloed van Water, maar in de Diertjes
of Infekten, welken in dat Water overvloedig
zyn. Immers de Heer L inn-eus , die deeze
Botjes Fascioh Hepaticce noemt, heeft op.zyne
Reize door Gothland bevonden, dat dezelvcn,
byna in alle Beekjes en Waterplasfen, zeer
dikwils zaten aan de Bladeren en Steenen; van
waar z y , ingeflurpt zynde, z ig , zo men zig verbeeldt,
door de Galbuis in de Lever begeven
zouden, om daar te neftelen, en ’er Ontdee-
kingen, Verpoppingen , en eindelyk een doo-
delyke Waterzugt, voort te brengen. Behalve
dat de Reden dit Gevoelen waarfchynlyk maakt,
wordt hetzelve nog grootelyks beveiligd door
het Hulpmiddel, ’t welk in ’t algemeen erkend
wordt tegen deeze Kwaal van dienll te zyn;
het gebruik haamelyk van Zout of Pekel: want
men heeft ondervonden, dat de. Pekel op (taande
voet deeze Wormen doodt (*).
De Heer.NicHOLs merkt aan, dat men deeze
Wormen ook fomtyds vindt in de Lever der
Runderen, gelyk omtrent een Eeuw geleeden al
waargenomen was : doch men meende dat de-
zelven alleen eigen waren aan de Herkaauwende
Dieren, tot dat de Pleer Daubenton , nu onlangs
, ’er dergelyken in de Lever van een Ezel
vondt
(*) lAm m n ita t , ^ c a d e m .V o t , IV. H olm .i?^ .p.iSö.
Vondt (zië Fig. 2, G , D.) en ’t is waarfchynlyk dat I. AfdeeL
menze oók vinden zal in die van veele andere XXXV.
Dieren. Gemelde Heef, die een menigte Schaa- sTüg°FD”
pen , Rammen en Lammeren , in allerley Saizoe-
nën van ’t Jaar geopend en naauwkeurig bezigtigd
heeft, vondt ’er geen één vry van ; weshalve
hy meent, dat zy ’er altoos en in allen zyn,»
ten minde nog zwemmende in de Gal. Egter
heeft hy ze niet ontdekken kunnen in de Lever
van de Vrugt, fchoon hy ’ef naauwkeurig naar
zogt, om reden dat, in de Verzamelingen der
Duitfche Natuurkundigen, door den Heer F rom-
man gemeld wordt, dat hy zulke Botjes in de
Lever der ongebooren Lammeren had gevonden.
Die Waarneeming was in Frankenland gefchied,
in ’t jaar 1664, tóen ’er een Ziekte heèrfchte,
door welke een groote menigte van Wol vee,
als ook Van Kalvers en Vaarfen , weggerukt
werdt , waar van men de oorzaak aan deeze
Wormen toefchreef. Dit zo zynde, zegt de
Heer Daubenton , kan men niet twyfelen, 'of
zy draagen het Zaad van deeze Kwaal altyd by
zig (*). Sommigen hebben gewild, dat dezelve
aan het eeten van zeker Kruid, naar vyelks
Blaadjes die Wormen gelyken, zoude toe te
Ichryven zyn ( f ) , ’t welk inderdaad zeer be-
lachlyk is.
Maar eene zonderlinge Waarneeming is ’t , Kapellen
welke de Heer d é Buffon ons mededeelt D e n d e r6*
Héér Schaapea,
(*) Dtscription dn Tltlier. Paris I7?J. p. 4;.
(t) Journal des Sfavanf, de 1'Aa 1668. p. £7,
A> i. H l, Stuk,