i.A fdeel.munten daar in uit, zegt h y , dat zy nooitfetf-
XXXVII. zwykert, en zig ftil houden, wanneer de Ry-
Hoofd- der af gaat zitten of den Toom laat vallen: zy
hebben een wyden Stap en een fhel Galop;
doch men laatze niet op een Draf of den Telgang
gaan: dewyl zulks daar te Lande als een
zeer lompe en onedele Gang wordt aangezien
(*).
Arabifche Volgens M armol zyn de Arabifche Paarden
keui^fc afkomftig van wilde Paarden uit de Woeftynen
van Arabic, van welken men in overoude tyden
Stoeteryën heeft aangelegd, waar door zy zo
fterk Vermenigvuldigd zyn, dat menze thans alom
vindt in Afrika en Alle, zynde zo vlug ter
been , dat fornmigen zelfs de Struisvogels in
*t loopen overtreffen. De Arabieren van de
Woeftyn van Barbarie, en de Volkeren van Li-
bye , fokken een groote menigte van deeze
Paarden aan, tot de Ja g t : zy bedienen ’er zig
zelden van tot het Gevegt en tot Reistogten :
zy laaten, als ’er Gras is, hun ter Weide gaan,
en , als dat ontbreekt, voeden zy de Paarden
met Dadels en Kemelen-Melk, 't welk deeze
Dieren mager, vlug en fterk, maakt. Hy verhaalt
, dat zy met Strikken de wilde Paarden
Vangen, die zeer kort en hard zyn van Maanen
en van Staart, gemeenlyk Afchgraauw of wie
van kleur: welker Vleefch zy eeten, worden-
d® dat der jongen by bun zeer lekker geagt.
De
(*) Les Voyages te Aft. SHaw. Tom. I. p. J08«
De hedendaagfche Reizigers melden ( f ) , dat I. Afdeel.
de Arabieren liefft de Merriën beryden, ver- XXXVü.
koopende de Hengften aan de Turken: wants^ ^ FÜ'
het fnyden is by hun in geen gebruik. Zy be-
waaren zeer zorgvuldig, en van oude tyden her,
de Rallen hunner Paarden , waar van zy de Ge-
neratiën , de Vermaagfchappingen en de gant-
fche Geflagtrekening kennen. Z y onderfchei-
den de Raüen door byzondere Naamen, en
maaken ’er drie Klaiïen van : het eerfte van
Edele Paarden, die van zuiver en aan beide zy-
den van oud Ras zyn: het tweede van Paarden
van oud Ras, doch die door Vermaagfchapping
zyn verbafterd , en het derde van gemeene
Paarden. Die van de eerfte Klafle laaten zy
niet dan door Hengften van het zelfde Ras be-
fpringen: zo zy die niet hebben, buurenzyde-
zélven van hunne Gebuuren, en dit gefchiedt
in tegenwoordigheid van Getuigen , die de be-
kragtiging bywoonen van de Atteftatie, welke
daar van voor den Emir of Vorft van hunneSa-
menleeving gemaakt wordt; zynde de Naamen
van den Hengft en de Merry, en derzelver
geheele Geflagtrekening , daar in uitgedrukt.
Wanneer het Veulen geworpen i s , wordt daar
van ook, in tegenwoordigheid van Getuigen,
een Akte opgefteld en de tyd der Geboorte aangetekend.
Het zyn flegts de voornaamfte onder
(f) Zie de ^A lgem tene b e febryv ing der R e iz e n Sc autres,
citez par Mr. Buffon . dans l ’A f i f l . N a t , du C b e y a l.
1, D eel. III Stuk,