I. Afdeel. Nog moeijelyker valt het te verklaaren, hoe
XXXV. het bykome, dat ’ex., gelyk in de Nederlan-
stukTD~ den 5 onder vyftig of honderd Lammeren
fomtyds een gevonden wordt, met een bruine
of geheel zwarte Vagt. In Vrankryk zyn ’er,
bovendien, ook gevlakte: in Spanje vindt men
roode en in Schotland geele Schaapen,
VeeihoQr- Dit is zo zeer niet; te verwonderen, dan dat,
pen. in de Noordelyke deelen van Europa, zelfs de
Moerfchaapen Hoornen draagen, die boogswy-
ze zyn gekromd, gelyk ons van de Schotfche
en Yslandfche verzekerd wordt, ja zelfs meer
dan twee, en fomtyds agt; waar van één midden
uit het Voorhoofd groeit, gelyk A n d er son
verzekert, Buiten twyfel zyn het deeze,
welken de Heer L innasus onder den tytel van
Veelboornige Schaapen bedoelt, en waar van gemeld
wordt, dat de Rammen dikwils vier, doch
zelden zes Hoornen hebben , waar van de binnen-
ften regt op ftaan j hoewel men ze veeleer als
twee- of driedubbele Hoornen zou mogen aan-
merken (*).
Afrikaan- Van drie andere Verfcheidenheden, naame-'
<cbe. lykvan het Gemeene o fBoerfche , het Engelfche
en Spacmfche Schaap, is reeds genoeg gezegd.
Het Afrikaanfche, dat de vyfde Verfcheiden-
heid uitmaakt by den Heer L inn/eits, en van
Char-
( * ) y lc a d . Vol. IV . p ag. i 7 4 . M e n v e r z e -
K e r t , dat in P e t fie o o k zo d an ig e Sch a ap en z y n , met z e s
o f z e v en H o o rn e n o p den K o p . Htd. Hifi. I V , D>
C harleton genoemd wordt JEthiopifch Schaap ? j. Afdeel,
js van R aju s genoemd Afrikaanfch Schaap, in XXXV.
plaats van een Wollige Vagt bekleed zynde Hoofd-
met kort borftelig Hair. Het gelykt , zo
B risson verzekert, voor ’t overige, in de uitwendige
geftalte, naar onze gewoone Schaapen.
Twee Verfcheidenheden van Schaapen zyn Arabifche,
’er in Arabie, die beiden door J ohnsion, zo “ et j anRa
de laatftgemelde Heer verzekert, op Tab. staarten.
X X I I I , taamelyk wel afgebeeld worden, en
naauwlyks van de gewoonen verfchillen, dan
door de Staart, die in fommigen zeer lang in
anderen zeer breed en dik is. Gesnerus en Al-
drovandus maaken gewag van die beiden,
doch, dewyl de Staart in de genen die ze zeer
lang hebben ook tevens aan ’t end breed en dik
fchynt uit te loopen, heeft L innjEüs ’er maar
eene Verfcheidenheid van opgegeven, onder
den naam van ’t Arabifche Schaap meteen breede
Staan, ’t welk fommigen ook het Turkfche
Schaap noemen. Men wil dat de Staart fomtyds
de zwaarte van dertig Ponden heeft, zynde een
klomp van Vet, die een lekkerGeregt uitmaakt
voor de Oofterfche Natie. De Perfiaanen ,
onder welker Kudden zig veele zodanige Schaapen
bevinden, maaken een foort van Rolwa-
gentjes aan deeze Beeften vaft, waar op het
breede dikke end van deStaart, dat anders flee-
pen zou, in ’t loopen legt en ruft. Deeze
Schaapen zyn , bovendien, in Armenie, Syrië, jE-
gypte en Arabie, en in andere Oofterfche Landen,
X. Deel. JU Stuk* R 5 daar