I. Afdeel, vindt ’er die ook van Hoeven verwiiïelen, 't
XXXVII. welk meelt plaats heeft in de genen die op vog-
Hoofd- tjge p]aatfen, gelyk in de Nederlanden, zyn
STUK*
geteeld. Zy flaapen zo lang niet als de Men-
fchen, en om die reden hoort menze dikwils by
nagt in de Stallen fpooken. De Slaap van een
Hengd is , op ’t allermeed, maar drie of vier
Huren in ’t Etmaal: fommigen gaan nooit leggen
om te flaapen, en doen zulks daande: doch
de Ruinen flaapen wat langer. De Heer d e
Buffon rekent hunnen Leeftyd op vyfentwintig
en op *t hoogde dertig Jaaren: de zwaare, grove
Paarden, zegt h y , zyn op de vyftien Jaaren
reeds oud. My is van een Heer verhaald, dat hy
in Sweeden met een Paard gereeden had van
vierendertig Jaaren, aan welks kragten nog niets
fcheen te ontbreeken.
"Voed zei. De Paarden, weet men, nuttigen hier te Lande
by Zomer Gras en ’s Winters Hooy: hoewel
veelën, en ver de meeften, hier te Am -
fterdam, het grootfle deel van ’t Jaar met Hooy
gevoéd worden. Doch behalve dit moeten zy ,
om zwaar Werk te doen, of lang voor een Ry-
tuig te loopen, hun Voer hebben, dat gemeen-
lyk uit Haver bedaat met eenig- gekapt Stroo.
Men kanze ook met Roggenbrood voeren, *t
welk deeze Dieren zeer wel fmaakt, en zéker
Heer in Sweeden heeft opgemerkt, dat het ruim
de helft in de Koden uitwinne, wanneer menze
Brood geeft, dat van gebroken Rog en Haver,
half en half, is gebakken, met eenig Zout, of
i - ook
ook met Lynkoek daar onder gemengd (*). Het L
Zout is zefcerlyk de Paarden nuttig, doch dat XXXVII.
zv vet worden door het gebruik van Spiesglas, Hoofd-
** STUK
vind ik zonderling. Ook wordt de Leverkleurige
Bereiding van hetzelve (Hepar Antimonii) als een
zeer goed Middel aangemerkt om de Gezondheid
van de Paarden te bewaaren, wanneer zy flegt
Voedzel gebruiken. De veelheid, die men het
Dier daar van ingeeft, is een o f twee Loot tef*
fens: men vergunt het dien Dag weinig Voedzel,
doch laat hetzelve dikwils drinken : dus
wordt het Lighaam gezuiverd. In Vrankryk en
Engeland gebruikt men het Spiesglas, met een
vyfde deel Salpeter gemengd , tot een algemeen
Purgeer-of Braakmiddel voor het Vee ( f) .
De Heer Girard de Villars, Doktor in de Taxiseen
Medicynen, Korrespondent van de Akademie ^ 8r!
der Weetenfchappen en Lid van de Koningiyke Paardea.
Akademie der Letterkunde van Rouen , heeft
in de Verzamelingen van de laatftgemelde Akademie
een Vertoog uitgegeven over de doode«
lykheid van den Taxisboom voor de Paarden. De
Schryver zegt daar in , dat de Vergiftigheid
van dit Gewas, voor de Beelien met gelpleeten
Hoeven, door het Braaken nog fomtyds kan
voorgekomen worden; doch dat dit geen plaats
heeft in de Paarden, die, wegens de Ruitswy-
ze uitpuilingen in de Zwelgpyp, het ingenomen
(*) Stokholmfe Verhandelingen. XV. Deel. bl. 292.
(f) De zelfde. III. Deel. bladz. 294. .