ï. AFDEEt.Sedi'aaid: de Hals is dik; de Beenen zyn kort,
XXXVI.
Hoofdstuk.
In Afie, Griekenland en Egypte, als ook op ’t
Eiland Borneo en in Siam, is dit Beeft gemeen.
Men vindt ’er veelen in ’t wilde loopen in een
dorre onbewoonde Landftreek, op de Ooftkuft
van ’t Ryk van Napels, by Manfredonia aan de
Adriarïfche Z ee, alwaar zy zig geneeren met fom-
mige Heefters, die daar groeijen, af te eeten,
gaande dikwils op ’t Strand in ’ t Water leggen,
dat z y , met den Vloed , over zig heen laaten
loopen, dewvl dit Beeft het Water zeer bemint,
Eigen- De Buffel brult op een verfchrikkelyke wyzé.
^happen. £jy befpringt de gewoone Koeijen niet, enzy-
ne Koe zou geen Runder-Kalf laaten zuigen,
tep zy het met Buffels-Stront beftreeken ware.
Z y heeft ook altyd Melk in haare Uijers, van
de bevrugting af. ’c Is een werkzaam Beert.
Men doet hem een Koperen of Yzeren Ring
door de Neus, en maakt daar een Touw aan
vaft of een foort van Toom, en door dit middel
geleidt, beftuurt men hem; doch te zwaar
beladen zynde valt hy neer, en men kan hem
met geene Stokftagen weder doen opftaan, ten
zy hem de Laft is afgenomen. Door een ftuk
rood Laken of Baay te zien, wordt hy, gelyk
de Bullen, doldriftig, en ontziet niets in zyne
razerny. Zyn adem, wil men, is vergiftig voor
andere Dieren.
Gebruik. In ’t Land, omftreeks Piftoija in ’t Groot Hertogdom
Toskanen, wordt van de Buffelinnen-
Melk
wm m mmmw 1m...