IV.
Afdeel.
xiv.
H oofds
t u k .
Vyfvjy
vige.
IV.
Jlquilegia
yiscofa.
Lymerige.
ken Worteltjes in fchieten , gelyk de Klyf ,gee-
vende aan ’t end witte Bloemen, welke uiteen
menigte kleine Trosjes beftaan. Volgens anderen
zyn de Bloemen roodachtig , in ’t midden
’ geel.
(&) Akeley met de Steng byna m a k t, byna
eenbloemig , Lymerig gehaaird en de Bln-
’ den omtrent driekwahbig.
In Languedok hadt de Heer Magnol,
nu omtrent een Eeuw geleeden , by de Stad
Meyriols , voorby den Berg Efperou, aan de
Rivier, een Soort van Akeleijen gevonden, welke
door T ournefort genoemd is, Ruige
met een Lymerige Bloem. Deeze groeit, volgens
den Ridder, te Montpellier. Het is een Plantje
van anderhalve Handbreed hoog.
N i c e u a, Nigelle.
De Kenmerken van dit Geflagt hebben veel
overeenkomst met die van ’t voorgaande. Vyf
Bloemblaadjes zonder Kelk; vyf Honigbakjes,
doch driedeelig binnen de Bloem, en vyf Zaadhuisjes,
maar die niet van elkander afgezonderd
zyn i maakende te famen de Vrugt.
Hier
(4) A q u i l t g a Ne&arils. . . . . . Caule fubnuclo, fubuniflo-
10, viscofo - pilofo &c. Gouan M o n s p . 267. Aquilegia vis-
cofa. MAGN. M o n s p , 24. H o r t . 21. Aq. hitfuta Flore viscofo,
TOURNF. I n j l . 42*.
Hier komen vyf Soorten in voor, waar van IV.
de drie eerden vyfwyvig, de twee laatften tien- AFxD,yEL*
wyvigzyn: als Hoofdstuk.
.
CO Nigelle , die de Bloemen met een Bladerig i.
Omwindzel heeft. nigeiiaDa- J mascena♦
Tuin-
Dit Kruid , dat in de Koornlanden der Zui-
delyke deelen van Europa groeit, komt als een
Zaay- Blommetje in Duitfchland , Engeland,
Vrankryk, en by ons, in de Tuinen voor. Men
noemt het gemeenlyk Juffertjes in ’t groen of
Bloempjes in % Haair, om dat de Bloemen , die
taamelyk groot en fraayzyn, inzonderheid de
dubbelde , zig door haare bleek blaauwe Kleur
en optooizel fierlyk voordoen in een Haairige
groente, die dezelven omringt. Het Loof,naa-
melyk, van dit Kruid is zeer fyn verdeeld, en
daarom noemen de Engelfchen het Femel -Flo-
wer, dat is Veukelbloem. Voorts heeft de Bloem
nog een vyfbladig Omwindzel-, digt aan dezelve,
van uitfteekende groene Blaadjes. De Vrugt
is Bolaehtig met Punten en verdeeld in vyf
Zaadhuisjes.
(2) Ni-
(1) N’gella Floribiis Inyqlucro Foliofo cinäis. Syft. Ha t .
Xlt. Gen. 685. p. 372. reg. XIII. p. *11. H. Cliff: zi
Ups. R. Lugdb. 481. Gouan Monsp. 260. GEB. Prov. 390.
Kram. Außr. 153. Mil l . Dm . T. jgy. f. 2. Nigella angus-
tifolia &c. C. B. Pin. 145. Melanthiutn fylveftte. MATTH.
■ O'»«. Sz9. ß , Nigella Fl. majote pleno coeruleo. C. B. Pia.
145. Melanthium Damascenutn. Dod. Pempt. 304. Mel. lyl-
veftre. L ob, Ic. 741.
II. Diel ix» Stuk,