T we ema g t ig e Krui d en.
IV. P r e m n a . Bokkeblad.
Afdeel.
H Si)* De Kelk tweekwabb5ê * de Bloern in v5erea
stuk. ongelyk verdeeld en eene vierhokkige Bezie,
Schuüzaa- welke cnkelde Zaaden bevat. Dus komen de
*’ie’ byzondere Kenmerken van dit nieuwe Geflagt
voor, welks naam , Premna , in de oude Plantenkunde
onbekend, in ’t Griekfchvan een Paal,
Staak of Blok,fchynt afgeleid te kunnen worden.
L i nn^ ds betrekt ’er toe het Folium
Hirci of Bokke - Blad van Rdm ph i u s , dus
wegens den Stank genaamd, welk de Heer J.
B urmannus hadt aangetekend tot den Ti-
7ius van L i n n-iEüs te behooren; doch die
Bokkeblad - Boom, waar van Mannetje en Wyf-
je zyn, moest tot de Tweehuizigen t’huis ge-
bragt worden. Zo wel het één, als het ande-
ro, kan derhalve geen plaats hebben , en de
aanhaaling van den Ridder , hier letterlyk door
my overgenomen, is fout.
i- Cl) Bokkeblad met effênrandige Bladen.
P r e m n a
Tia.gT^° Ik fpreek van de eerfte Soort (x) , welke,
^ f enran" Volgens zyn Ed., de Cormtia Corymbofa is,
door den Heer N. L . B u r m a n n u s voorge-
fteld en afgebeeld. Deeze Heer wil, dat die
de
f i ) Premna Fol. integerrimis. Syji. Nat. V eg. XIII* Gen.
U i s. p. 473. Mant. zsz. Cornutia Corymbofa. Boem. Fl.
Ind. ij 3. T. 41. I. I. Folium Hitci. RDM TH. Amb. 111. p.
2 3. T. 134*
D l D Ï N A M I A . 53*
de Kruiderig welriekende Ceylonfche Vlier zou. IV.’
zyn , van Herman k u s , aldaar Mindi ge- ^y®1"
naamd, welker Schors en Vrugten als Genees-Hoofd.
middelen in gebruik zyD. Zyn Ed. haalt R u m - s t u k *
f h i us niet aan, en ik kan, om de waarheidswil*'
te zeggen, de aanhaaling ook niet begrypen,
of het moest de Strand Gumira Boom zyn ,
welke op bladz. 209. is befchreeven. Die Boo-
men hebben den Reuk van Vlierbladen en het
Hout van de tammen is tot Werkhbut, dat der
wilden alleen tot branden bekwaam.
(2) Bokkeblad met Zaagtandige Bladen. n.
I Serratift-
Deeze, misfchien een Verfcheidenheid van*'»*
de voorgaande, is een Oostindifch Boomge-dJ?“ "’'
was met ronde paarfchachtige Takken, die,
groote gerande Lidtekens hebben, van afgevallene
en gepaarde , gefteelde , Eyronde ftompe ,
Zaagtandige Bladen , doch naar agteren effen-
randig. De Bloemen aan ’t end,. van grootte als
die der Viorne, maaken een gearmd .Kroontje uit.
L o E s E L I A.
Dit Geflagt heeft een vierdeeligen Kelk en aï-
le de Slippen der Bloem over ééne zyde, de
Meeldraadjes tegen het Bloemblad over en een
driehokkig Zaadhuisje.
De eenigfte Soort (1), te Vera Cruz groei- r.
L o e f e t i a t U
J '-“'liata.
(2) Premna Fol. ferratis. Mant. i j j . Cornutioides. Fl Kanthaafc
41«. «ge.
(0 Loefelja, Syft. N a u XII. Gen. 7«7. p, +IJ> R.
tT T, LI 2 2 9 0 '
«• Peel. IX, Stuk.