r IV.
Afdeel
xv.
H oofd«
STUK.
Blootzaa
tligt.
XXII.
Ocy/Bum
prtftratua
Leggend,
Roode, die niet alleen inde Kleur der Bloemen,
zodanig , verfchillen , maar ook in het L o o f,
dat de eerfte hoog groen, de andere donker en
als Bloedkleurig heeft o f donker bruin groen.
'I k heb ’er een Tak van, die de bepaaling van
deeze Soort volkomen uitdrukt, en de Bladen
zodanig heeft, gelyk ook de Aairen, als in de
Afbeelding van dien Autheur, volgens wienhet
’er niet dan in de Hoven groeit.
De Kelk, merkt L i m n j eu s aan, gelykt
byzonder naar dien van ’t Helmkruid, en de
Bloem verfchilt grootelyks van die der andere
Soorten: want zy heeft de Bovenlip zeer klein
en opftaande, de Onderlip zeer groot en Zeis-
fenvormig, waar in de Meeldraadjes en Styl
bewonden zyn.
De Hoogleeraar N. L . B u r m a n n u s brengt
hier de Vergulde Majana der Ambonfe Eilanden
t’huis, welke tot fieraad in de Hoven te
Batavia gehouden wordt, als fchoon bonte Bladen
hebbende , in ’t midden bruin rood met
Goudgeele Randen , die kleverig zyn, ruikende
naar Terbenthyn. De Vrugtmaaking echter
van d eeze, die naauwlyks Bloem g e e ft , was
niet zeer bekend.
(13) Balfemkruid met leggende Takken en 0-
vaak gefireepte Bladen.
Dee-
(13 J Vtymum CauUUns pioftratis , Fol. elllpticis lineatls.
Mant. }ó6.
Deeze Soort, ook Oostindifch , heeft een JV>
A FnPFT 4
opgeregte Steng van een Span , die zeer wyd xv> *
gemikte leggende Takken uitgeeft, en Bladen Hoofd-
heeft, als gezegd is , een Duim lang. Lang-STÜK*
werpige end-Trosfen, van Kransjes gemaakt,
beftaan uit zeer kleine blaauwe Bloempjes.
Dus vinden wy ver de meefte Soorten van
Balfemkruid uit Oostindie afkomftig; terwyl men
op ’t Zuid-end van Afrika noch geeDe Soort,
in ’t wilde groeijende, heeft gevonden; maar
in Arabie heeft de Heer F orskaohl ’erver-
fcheidene waargenomen , onder welken de Za-
tarhendi reeds gemeld, welke eenig verfchil hadt
in de Meeldraadjes, die met hunne kromte aan
de Bloem vast gegroeid waren, enz.
T r i c h o s t e m a . Vezelhloem.
Wegens de overmaatige langte en dunte der
Meeldraadjes heeft dit Geflagt den naam, waar
by komt, dat de Bovenlip der Bloem Zeisièn-
achtig is. Van hetzelve zyn maar de twee o f
drie volgende Amerikaanfche Soorten.
( 1 3 Vezelbloem met zeer lange uitjleekende ,r.
Meeldraadjes. mTdkh»to.
ma.
Van deeze , die in Virginie en Penfylvanie , GesaffeId*
of
(1) Trichojlema Statninibus longtsGmis exfertis. Syff. Nat,
XII. Gén. 738- p. 403. fTtg' XIU- P- 45<S. QW’ 493. B..
Lttgdi. 310. Gron. Virg. 90. Scutellaria caerulea Ma-
joranae folio Americana. Raj. S^ppl. j u . Casfida Maiian*
Majotanz folio» Petiv. Sice. 243,
II. Deel. IX. stuk»