Afdeel.
x iv.
Hoofd*
s t u k .
XVII.
Ranunctc
las 11lyricus
%
lliynfche»
xvur.
'jtJiaticus.
Afiatifche*
deelig voordoen: de Bloem, zegt hy, is een
Duim breed en wi t : het Kruid heeft weinig
fcherpte.
. ( JV Ranonkel met drievoudige effenrandige
Lancetvormige Bladen.
Niet alleen in Illyrie, tegenwoordig Sclavo»
nie genaamd , maar ook in andere Zuidelyke
deelen van Europa en zelfs in de Noordelyke,
fchynt de Natuurlyke Groeiplaats te zyn van
deeze Soort, iD onze Nederlanden vreemd, zo
D o d o n ^ ds aanmerkt. Derzelver Wortel is
een Knobbel van dergelyke Bolletjes , als de
Wortelbedletjes van het zo even befchreevene
Speenkruid zyn ,doch wat langwerpiger :zy heeft
ronde S tongetjes van één o f anderhalf Voet hoog,
met Bladen als gezegd is , eenigszins Wollig en
op den top bleek geele Bloemen.
(18) Ranonkel met drievoudige en dubbeld drievoudige
Bladen, de Blaadjes drie deelig in-
gefneeden, de Steng van onderen Takkig.
Tot
(17) Ranunculus Fol. ternatis integetrimis Lanceolatis.
Ger. Prtvk 386. GOUAN Momp. z i j . Fl. Suec. 471, JOo.
h . Cliff. 230. R. Lugdb. 491. N. i S, Ranunc. anguftif. Gra-
mofl Radice , major & minor. C. B. Pin. m . Ranunculus
grumofa Rad.ce quartus. Clus. Hifi. I. p. z4e. Ranunculus
lllyricus. Dod. Pempt. 428. lob. Ic. 671.
(is j Ranuncalns Fol. ternaris biternatisque &c. MIljl. Dift,
T. ü 6 . Ranunculus Fol. tripartitis laciniatis &c. H. Cliff,
$jo. Ups. 15«. r . Lugdb. 4so.N , i i . Ran. Grumofa Rad!
Ra*
T o t deeze Soort behooren de gemeene Tuin- lV.
Ranonkelsdoor haare W ortels, die men Klaau- xiv!*"
wen noemt en door haar Gewas t’over bekend. Hoofd*
Van Konftantinopolen zyn dezelven in de T u i-5TUK:*
nen van Europa overgebragt en voortgeteeld 'nia. ^
Z y vallen ook in Syrië en Barbarie. Men vindt
’er vier Afbeeldingen van, op eenen zelfden
Stempel, by C l us i u s , L obel en D odo*
Néus . Deeze vertoonen haar met eene dubbe*
le Bloem , waar van de Verfcbeidenheden in
Kleur, by de Bloemiften met byzondere Naa-
men getyteld , oneindig zyn. Het verfchil van
de Wortelen en ’t Gewas , als ook van de en-
kelde, dubbelde en Kinderende Bloemen, is door
den vermaarden M o r i s o n in tien Afbeeldingen
, opeen geheele Plaat, aangeweezen. T our-
nefort maakt ’er drieëndertig Soorten (* ) van, (
en B OE R h a A v e , den zei ven volgende, heeft
’er vyfentwintjg opgeteld. Die de voornaamfle
verfchillen van Kleur, deezerfchoone Bloemen,
in Plaat wil zien, behoeft flegts het Werk van
W e i n m a n n op te fiaan. Doch door ’t zaaijen
Ramofus. C. B. Pi», ig i. Ran. Grum. Rad, Flore flavo,
albo, phoeniceo : item Asphodeli Radice, Flote Sanguineo
8e piob'fer miniatus» C: B. Pin. I8t. Ranunculus Conftanti-
nopolicanns. C l u s . Hisp. 528. Pannou. 375.Dod. Pempt.
430. Ran. Sanguineus multiplex. L ob. Ic. 67a. MORIS.Hifi.
II. S. 4. T. 27. Weinm. K r u i d b . Tab. N. 849 8j2.
(*) LiNNf f iUS zegt zesendertig; ik vind, by dien Au-
theur, van den Ranunculut Afiaticus maar dtie- en- dertig
Soorten.