i v ;
A fd e e l .
xv.
H oofds
tu k .
Schuilzaadigt.
I.
JZuphrafia
la t ifo iia .
Breedbladig.
E u p h r a s i A.- Oogentroost.
De Kelk is vierdeelig en Rolrond in dit Ge-
flagt, ’c welk een Gelipte of Smoelachtige Bloem
heeft,met de onderfte Meeldraadjes aan deeene
Kwab van onderen gedoornd en een tweehokkig
langwerpig. Eyrond Zaadhuisje.
Hier komen, zeven Europifche Soorten in voor,
naamelyk
( i) Oogentroost met Tandswys' gepalmde Bidden
en byna Hoof dj e$ - Bloemen.
In Italië en deZüïdelyke deden van Vrank-
ryk groeit deeze , die ccn Stengetje niet hoo-
ger dan een half Voet heeft, cnkeld of getakt,
met eenige weinige dikke, ruige, byna ronde
Bladen, omringd, welke.door diepe,Iqfuydin-
gea als Handpalmswys?'veijdeeld zyn. De Bloemen
komen, Aairswyze, met haar tweeën uit
zekere Blaasjes voort: zyzyn paarfch van Kleur,
en daar op volgt, in'de gedagte Blaasjes., een
langwerpig hoekig Zaad.
De Heuvels bekleedt dit Kruidje, in Italië,
by Rome , als ook by ’t Eskuriaal, in Spanje,
als
( i ) Euphrafia Fol. dentato • palmatis, Flor. fubca.p!tntir.
Syfi. Nat. Veg. XII. Gen, 741- P* 4°5- Vty. XIII. p. 460.
GOUAN Monsp. 296. EüphraGa purpureS minor. C. B. Prodr.
U i . Magn. Monsp. T. p. 9S• Euphrafia Pratenfis latifoiia
Itaiica. C. B. Pin. 234. Euphrafia 3 latifoiia Pratenfis. Col .
Ecphr. 200. T. 202. f. 2. Od<»tites Pol» circa Rad. ovatts
ferratis &c. Seg . Ftr, I» p, 170,
als een Tapyt , zegt B a ü h i h ü s . Het is bit- IV.
ter en werdtvan de Apotbeekers voor deTwee-
de Euphrafia van M a t t h i o l u s gebruikt, Hoofd*
zo C o l u m n a meldt. STÜK*
(2') Oogentroost met Eironde v y n gejlreepte fpitsK ubbnr.ajit
getande Bladen* offidnaUs•
Gemeen«
Dit Kruid groeit overal wild in ons Werelds-
deel, wordende in ‘t Franfch Enfraife, in ’tEn-
gelfcd Eyebrigt , in ’t Hoogduicfch Augentrost
geheten. W y noemen ’t Oogentroost, en die
benaaming heeft het wegens eene onzekere of
niet genoeg beproefde nuttigheid tegen Qog-
kwaalen. Sommigen pryzen het gedeftilleerde
Water , anderen het Sap , anderen het Aftrek-
zel der Bloemen , daar tegen aan. Het Kruid is
bitter en kan dus als een Maagmiddel of ook tegen
de Geelzugt dienen , z o B o e r h a a v e
verhaalde. O f bet hier van den Griekfchen
naam, die verheuging des Harten betekenen zou,
bekomen hebbe, is niet zeker.
Takkige o f ook enkelde Stengetjes, van een
Span of wat hooger , met ongedeelde, ovaalachtige
gefpitfte Bladen, die fcherp getandzyn,
en van onderen geribd: Bloempjes in de Oxelen
(2) Euphrafia Fol. ovarts Ijneatis atgute dentatis. Mat.
Mei. Ji j . Gort. Pelg. 174. Fi. Suec. 516. Fl. Lapp. 247.
Kram. Aufl. ISI. GOUAN Monsp. 297* HALL. Helv. 61*.
R, Lugih. 299. Euphrafia Officinarum. C. B. Pin. 233. Eu-
phrafia. C am. Epit. 7Ö7. Dod. Pompt. 54. LOB. Ic. 49#.