IV. van een Voet tot een Elle. Voorts moet menze
Afdeel. door ^ bepaalingen en Afbeeldingen onder-
Hoofd- fcheiden.
STUK,
Biootzaa- B E t o n i o A» Betonie.
dige.
De Kelk is in dit Geflagt gebaard, de Bovenlip
van de Bloem opklimmende platachtig,
het Pypje Rolrond.
Behalve het gewoone Kruid van dien naam
zyn ’er nog vier Soorten in begreepen, naamelyk.
i. ( i ) Betonie met een afgebroken Aair, de midofficinaiis.
delflip der Bloemlippen uitgerand hebbende.
Gemeene. ^ Kruicj } ^at hier in de Hoven geteeld wordt,
groeit wild in de Zuidelyke deelen van Europa,
ïn Switzerland, Ooftenryk, en is inde Bosfchen
van Rusland zeer gemeen. Men noemt het, volgens
den Latynfchen Winkelnaam, in’tFranfch
B e to in e in ’t Engelfch Betony en by ons Betonie.
De Steng is opgeregt en groeit een Elle
hoog. De onderfte Bladen zyn lang-, de boven-
ften kort- o f ong^fteeld, langwerpig Hartvormig
, rimpelig en ruig. De Bloemen maaken
een
(x) Betonica Spica intenuptS , Cotoll. LaciniA Labii intet-
media emarginatS. Syst. Nat. XII. Gen. 71*. p. 394- Peg.XIII. p. 446. Gort. Belg. 169- Kram* Auftr. ifis. h a l l .
fietv. 646. GOUAN Monsp, 176. GlR. Prov. »73. Fl. Suec.
487. H. Clip. 310. R. Lugib. 316* Betonica purpurea Se
alba. C. B. tin, 23 j . Bétonica. Dod. Tempt. 40. Los. Ie,
een gebladerde Aair , uit afgezonderde Krans- ÏV.
jes beftaande. Zy zyn natuurlyk paarfch, maarAF“ ^ L*
men vindtzeook bleekrooden geheel wi t , doch Hoofdzeldzaam.
STUK.
Gymno-
De Smaak is Zoutachtig, een weinig Kruide- fperma,
rig en die der Wortelen bitter. Het is als een
Hoofd- en Wondmiddel aangepreezen geweest,
doch men heeft den Reuk nadeelig bevonden in
het verfche Kruid. Het gedroogde kan tot een
Niesmiddel dienen en dé Wortels purgeeren
fterk met braaking : des het veiligst is zig daar
van te onthouden, ’t Schynt dat de kragten aan-
merkelyk naar de Groeiplaats verfchillen.
(2) Betonie met een onafgebroken Aair , de
middelflip der Bloemlippen effenrandig. Orientaiis.
Levant-
Deeze heeft de Bladen zeer fmal en langenfche*
de Aair der Bloemen is dikker dan in de gemeen
e , volgens T o u r n e f o r t , die dezelve in
de Levant heeft gevonden. De hoogte is twee
Voeten , zegt G o o a n .
{3) Betonie met de Aair van onderen gebla- m.
derd ën de Helm der Bloemen tweedeelig.^l°p“ “f f f
Ditftaaitige.
(z) Betonica SpicÉ integrü , CoroJI. Lscinia Labii intermedia
integerrima. R. Lugib. 316 Bet. Orientaiis &c. Tournf.
Cor. 15. Gouan Monsp. 276*
(3) Betonica Spica Bafi foliola Sec. JACQ. Vindob. * ; i .
Horminum minus album Betonicx facie. C. B. Pin. 230.
Prodr• i i 4. Betonica montana lutea, Babr, Ic. 339? Beton i-
Y 3 c*
I. Deel* IX; Stuk.