Afdeel, M I M u L u s. Potzer.
xv.
H oofd. Dit Geflagt, naar de potzige figuur van de
*t u k . Bioetn genaamd, heeft de Bovenlip aan de zy-
è g * KM<‘' den omgeplooid; de Kelk is vyftandig en Pris.
matiek; het Zaadhuisje tweehokkig en veelzaa*
dig. Men vindt ’er de twee volgende uitheem-
fche Soorten in vervat.
jLulu* Potzer die opJlaat,met langwerpige L in i•
rtngens, aale ongejteelde Bladen.
Virgini*
fche. T7. . . .
Dit Kruid, in Virgmie en andere deelen van
Noord*Amerika groeijende , vertoont zig als
een Soort van Wed e rik , met een Steng van
twee Voeten hoogte, die vierhoekig is en glad,
zo wel als de Bladen, welke de SteDg omvatten
en uit wier Schoot eenzaame Bloemen voortkomen,
die groot zyn en blaauw, van binnen geel ,
hebbende de Bovenlip in tweeën, de Onderlip
jn drieën gedeeld. Het komt op vogtige plaat-
fen voort. Zeker Gehemelte van drie gelyke
ftornpe Slipjes , vertoont zig als Tanden in de
Mond, en deswegen maaktMi t c h e l i ü s ’er
een
(i) Mimtilas eredïus, Fol. oblongis Linearibus fesfiUbus.
Syft. Nat. XII. Gen. 783. p, 423. Veg. XIII. p. 481. Hert.
Ups. 175. T. 1. Gbon. yirg. 96. Euphrafia Floridana &c.
Pluk. Amaltb. 8!. T. 393. f. 3. Digitalis petfolista glabta.
MOEIS. Hift. 11. p. 479. s. 3. T. 8. f. 6. Gratiola Cana*
denfis latifolia Fl. magma cceruleo. Boehh. Lugdb. II. p,
Cynorynchium. Mitch. Qtn, nov.
een nieuw Geflagt van , onder den naam van IW
Hondsfmoel. Af£*e l;
(2) Potzer die kruipt, met Eyronde Bladen.
De Plant, welke Pater F e u i l l é e aan een
Rivier in ’t Ryk van Chili ontdekte, komt, in-(“fea1-.
• , . .. _ Peruviaanderdaad
, ten opzigt van de Bloem, aan ditGe-fciic.
flagt taamelyk naby, inzonderheid, wegens de
kantige geftalte van den Kelk. Z y is fchoon geel,
van binnen met roode Vlakjes in de Keel getekend.
Het Kruid heeft lange kruipende Ranken ,
die uit deKnoopen Wortel fchieten en Eyronde
Bladen met zeven Ribben geaderd, op de kant
Zaagtandig, glad , fchoon groen. Hy hadtze
tot het Genadekruid betrokken.
R d e l i i a .
Dit Geflagt, naar zekeren Ru ë L LUs , die
de Werken van D i o s c o r i d e s in ’t Latyn
vertolkt heeft ,getyteld, is taamelyk uitgebreid.
Het heeft een vyfdeeligen Kelk; een byna Klok-
vormige Bloem: de Meeldraadjes twee aan twee
naby elkander en een Zaadhuisje, ’ t welk,nat
wordende, door middel van zekere Veerkragti-
ge Tandjes open fpringt. Het bevat dertien uit-
heemfche SoorteD.
( 1 ) Ruëllia met Eyronde effenrandige Bladen, Rug'Uia
föy.Bltcbum.
J Pierami-
daale* (z ) Mimulus repens Fol. ovatis. Gratiola Fol. fubrotundis
uervofis, Flor. luteis. FEüIlX. Peruv. It. p. 743. T. 34.
(1 ) Ruïllia Fol. ovatis inregerrimis Scc. Syji. Nat. XIT.
N n Si Gen.