IV. Tuin te Aranjuez in Spanje, vondt L oef*
Afdeel. l j n g deeze Soort met bleek geele Bloemen,
Hoofx). van boven een weinig paarfchachtig, en de gc-
stu k . h e e le Plant was bruin, zonder eenigen byzonde-
Schmizaa- ren p^euj<> jQ de Bloemen heeft, bovendien 3 een
aanmerkelyk velschil van grootte plaats*
Met veel moeite en drift werdt dit Plantje,
zo L o b e l verhaalt , van de Alchymiften in
Mey opgezogt, die hetzelve aftrokken van de
Wortelen der Brem , doende de Raap in een
Kromhals en daar van een Olie overhaaiende,
die zeer uitmuntende was tegen den Steen. In
de Nederlanden , zegt C l u s i u s , werdt het
Poeijer van de Bremraap,met laauwen Wyn ingenomen
, voor een kragtig Middel tegen K o
lykpynen gehouden. Ook is de Konferf van ’t
Kruid , o f de Syroop, door fommigen tegen
Zwaarmoedigheid o f Miltziekte aangepreezen.
ik. (3) Leeuwftaart met een geheel enkelde Bladerig
?4merkaKa. gefchubde Steng en uitjleekende Meelkfanfcï
draadjes. -
In Karolina komt deeze aan de Wortels dér
Boomen en Heefteren v o o r , wier Stengetjes
naauwlyks een Span lang, een Vinger dik,rond
en gekleurd zyn , Sappig, geheel Schubswyze
bekleed met Lancetvormig Eyronde, ongefteeld
e ,
(s) O r o b a n c h e Caule fimplicisfimo, Foliis imbricato , Sta*
minibus exfertis. Mant. s8.
d e , fpitfe Blaadjes : de Bloemen waren onge* IV.
fteeld en krom: de geheele Plant geel van
Kleur. Een dergelyke, doch ftompbladig, hadt Hoofd«
de Ridder uit Siberie bekomen. S1VJK*
(4) Leeuwftaart met een geheel enkelde Steng,
omgekromde Bloemen, die langer dan de cemua.
Eyronde Blikjes zyn en de Steng bynaKnikksnd'
naakt.
By Aranjuez in Spanje nam de Heer L oef*
l 1 n g deeze byzondere Soort waar, welke hy
tw y fe lt , o f het ook het Portugeefche Leeuwftaart
zy van T o u rne fo r t , met donker-
paarfche Bloemen. Dezelve groeide op de Wortels
van het Opftaande Veld-Byvoet met den
Reuk van Carlina, op zeer dorre Velden*
(5 ) Leeuwftaart met een Takkige Steng envyf- v*
deelige Bloemen.
( 6') Leeuwftaart met een Takkige Steng en vier- v*-
D7 Virginia- tandige Bloemen. na.
Dee- .virginifch.
(4) Orobanche Caule fimpl. Coro’.lis recurvatis , Brafteis
ovatis Corolla brevioribus ,• Caulenudiuseulo. Loefl. It. 152.
(5) Orobanche Caule Ramofo Coiollis quinquefidis. H.
Cliffl 32.1. R. Lugdb. 199• GOUAN Monsp. 30S. GEK. Prov.
188. HALL.' Helv. 610. DALIB. Paris. 191 . GORT. Belg. 18o.
O SB. It. 58. Orobanche Ramofa. C. B. Pin. S8. Orobanche.
CAM. E p it. 3*1.
(6) Orobanche Caule Ram. Corel!, quadridentatis. CRON.
Virg. 96. Orobanche minor Virginiana lignofior &c. MoRlS.
Uijl. UI. p. JQ2, S. 12. T. 16. f. 9. RAJ. 1Suppl. 595«