IV. langer dan de Bloem , en heeft drie opftaan-
AFxivEL' de » twee uitgefpreide Blaadjes, zegt de Rid* •
H oofd- der.
STUK.
xxvn. (27) Veldroosje, dat Kruidig is , uitgebreid,
sS L . ruig en gefioppeld, met getroste opgeregte
wigbiadig. Bloemen en horizont aale Voetjes.
De Afbeelding , die van deeze by L o b E L
voorkomt, is door hem ontleend van den vermaarden
C l u s i d s , door wien deeze Soort
aan de kanten der Wyngaarden by Salamanca
in Spanje, als ook in *t Ryk van Granada,
waar menze Terva del Quadrillo of Quadrilje-
Kruid noemde, waargenomen werdt. Het groeit
in Italië, by Verona en in Provence. G e s a r d
merkt aan, dat deeze Soort van de voorgaande
naauwlyks te onderfcheiden is , dan door de
Zaadhuisjes, die langer dan de Kelk z y n , ter*
wy l zy io de voorgaande flegts de langte van
den Kelk hebben: want voor overige komen
z y beiden met opftaande o f verfpreide Stenge-
tje s , met ruigachtige of gladde Blaadjes en de
bovenften of geheel of verdeeld voor. Ook is
’ t opmerkelyk, dat, in de Afbeelding der voorgaande
, de Bladen meer Wilgenbladachtig en
fmaller zyn.
( 28)
f37) Ciftus Herbaceus patulus villofus ftipulatus &c. H.
Ups. 14*. Ciif. 206. R. Lttgdb. 47t. N. s. vel 10. Ciftus
Folio Salicis. C. B. Pin. 465. Ciftus annuus primas. CLUS»
Hifi- ï . p. 76« Helianth. annuum humile &c. SEG. V;r. III. p.
JF7.T . 6. f. 3. Ciftus annuus Fol. Salicis. LOB. /«.II. p. 1x8.
(28) Veldroosje dat Kruidig is , gejloppeld , IV.
opjtaandc , eenigermaate Wollig, met ge- A fd eel ;
troste eenzaame ongefleelde Bloemen , te- Hoofd-
gen de Bladen over. stuk.
x xv iiu
(29) Veldroosje dat Kruidig is , opflaande ,
gejloppeld , met Liniaal - Lancetvormige Nyiboot«
gejteelde Bladen en opgeblazen Kelken , d‘8"
grooter dan de Bloem. jE g y ltia *
cas.
Deeze beide Soorten komen in Egypte voor, EOTt:rcij*
volgens den Ridder, alwaar F o r s k a o h l
maar ééne Soort van Ciftus vondt, welke hy
Gèjlóppelde noemt ( f ) . Dezelve groeide op zeer
droöge Heuvelen , omftreeks Alexandria , by
de Zoutpannen* Het was een Heefterachtig
Peenernaal Wollig Kruidje , met leggende'
Stengetjes en getropte ovaale Blaadjes; deBloe-'
men aan T ros jes, g e e l, uitgebreid en ftomp*
Een Verfcheidenheid daar van hadt hy in de
Woeftynen by Kairo gezien, met ovefhoekfe ,
zelden gepaarde en minder getropte Bladen.
Misfchien behoort deeze tot de eerfte , die
Vier fpitfe , Degenvormige, Stoppeltjes heeft,
aan
f ig ) Ciftus Herbaceus Stipulatus ere&us, fubtornentorus
ê<c. Mant. 246.
(29) Ciftus Herbaceus ereclus Stipulatus &c. Mant. 404.
donfer. Cyti- Ciftus Foliis inferioribus conFertis fuperioribus
oppofitis. B'DSH. ZeyL 85. T. 36. BuRM. Ind. 122. JACCJ.
Obs. III. p. 17. T. 68.
( f ) Ciftus Stipulatus. F lo r . ASgypt. A r a h . p. 100.
ï 2