IV. welke ieder uit drie , vier o f v y f Bloemen be-
^aan j a,s iQ de Lupinen. Zy zyn gehelmd ,
Hoorp- met een kleine Onderlip cn geel, meest geflqo-
ïtuu. ten, doch aan den Mond Bloedklcurig. De
Schuilga' bladen zyn, byna $Is die van Zilverblad-
Kruid, Vindeelig en gekarteld. Het Zaadhuisje
is rond, met een Puntje, en bevat Zaadjes,die
in een rimpelig Vliesje zyn beflooten. De vermaarde
R ijdbkck , dit Gewas op zyn Lap-,
lar.dichen Reistogt ontdekt hebbende, gaf ’e r ,
ter eere van K ar e l den X I I ., Koning van,
Sweeden , den naam van Kareis Scepter aan.
Het is federt in de Hoven van ons Wereldsdeel
voortgeplant.
y.' Pedicularis
vertici data.
GeUianjt.
(5) Luiskruid met een enkelde Steng en viervoudige
Bladen»
Dceze is gemeener dan anderen op de Swit-
zerfthe Alpen , en komt ook voor op die van
Ooftenryk, in Languedok en Provence. Het is
een Kruidje van naauwlyks een Span hoog, dat
derge’yke Blaadjes als de voorgaande maar gekranst
aan de Stengetjes heeft, die gekroond
zyn met fraaije paarfche Bloemen, welke witte
Kelken hebben.
(O
f f ) Fediculnrit Csnle fimplici , Fol. quaternis. KRAM_
'■ Auftr. 183. N. 4. Fed. Alp. Fl* purp. fpicatis , Fol. pion.
vertkilktis Ha l l . Heb. 613. T. 17, f. j . Filipendula non",
tana altera. C. B. Fin, 163.
(6) Luiskruid met een enkelde Steng en Lon• IV*
cetvormige Zaagtandige gekartelde Bladen;
de Bloemen ’t onderfie boven. Hoofd?
stuk«
In Siherie komt deeze voor, die de Steng een pJ c[-arii
Voet hoog heeft ; de Bladen onverdeeld, diep re/upina-
Zaagtandig, overhoeks geplaatst. De Bloemen ;u Omge>
in de bovenfte Oxelen ongefteeld , zyn hoogk««4.
paarfch van Kleur, en leggen alsagterover ,met
een Haakige farnengedrukte Helm cn de andere
Lip groot en rond; zo dat zy veel gelyken naar
de Vlinderbloemen,
(7 ) Luiskruid met een enkelde Steng, Hindee- _ ,
lige Zaagtandige Bladen , een gebladerd&ge&céden.
J a ir , gekleurde Kelken en fiompe Bloemen.
(8) Luiskruid met een enkelde Steng \ de Helm
der Bloemen ruig gerand• moerig,
(■ 9^) Luiskruid met een enkelde Steng; de Bla- ix.
den gevind en agter;waards Schubs’wyze,. YUmmfi.
( io )
(s) Pedicularis Caule fimplici Fol. Lano. fetr. eren. Flor,
refupinatis.
(7) Pedicularis Caule fimpl. Stam. &c. Ped. Alpina FqI.
alt. pinnatis. HALL. Heb. 623. T. 16, f. 2,
(q) Pedicularis Caule fimpl. Corolt. Gal. &e.
(9) Pedicularit Caule fimpl. Fol. pinnatis retro-imbri-
eatis. Fl. Lapp. »44» *T. ” • f- *• Suec- S09, jjfi.HALfc.
{leb. 622. Fed. Alpina folio Ccterach. C. E, Pin. i$3,
G g 5
II D,fkl. IE. Sïvs*