IV. pjes, tnet een Qmgekromde Spoor. Sommigen
ArPEEL. wjjien *( t0£. Linaria XV# v . betrekken. C. Bau-
Hqofd- hinus heeft een ander, met ongeftaarte Bloe»
8TU5 men, gelyk hy duidelyk zegt , met zyn Ma-
Schuiizaa j e]jef5iacjjg Vlafchkruid bedoeld* DoDONéu*
noemt het welriekende. In Languedok groeit
het op Verfcheide plaatfeh.
x tn . (4a) Leeuwebek met Linidale Bladen over*
naZ'cm** ftoe&r, en gaapende Bloemen, die de Onder-
lip vlak hebben.
K a n a « •*
ïn Virginie en Kanada groeit deeze, welk®
een Draadaehtig Scenget je van omtrent een Voet
hoog, dat naauwlyfes Takkig is, heeft en glad*
de fmalle Blaadjes als van Vlafcfa. De Bloempjes
, die Violet zyn , hebben een Els vormig
Staartje.
C y m b A a 1 A. Bootjes • Vrügtv
Wegens de Geftalte van het Zaadhuisje, dat
als uit twee Bootjes , haast elkander, famenge-
fteld is, Voert dit Geflagt den naam,zynde,al-
leenlyk om dat het een tientandigen Kelk heeft,
van het- voorgaande afgezonderd*
i- De eenigfte Soort van Tl), in Sibefie op ver-
Cyntbana r,
Dauriea. - . . ICuei*
Siberifsh.
f42) Ansirrhinutn Fol. linéaribus alternis Stc. Ant. Caule
fimplicisfimo longsfimo &c. Gron. W r g . 67, 94.
(i> Cymbaria. S y f t . N a t . XH. Gein. 7; 1. p . 412. P ~ t g .
XIH. p. 447. Cymbaria Dauricipiuiuk ineana, amm. R u t k .
N. 47^T. i, ft:*.
fcheide plaatfen groeijendc, geeft uit een zelf- IV.
den Wortel drie o f vier Stengetjes, zelden hoo-
ger dan een half Vo et, Wollig grys, met Bla-HooFD-
den, byna als die van ’c gemeene Vlafchkruid,TUÏ*
en eenzaame o f twee en drie Bloemen by el
kander, voortkomende uit een Pypachtigen Vlie-
zigen Kelk, die met tien o f twaalf fmalleSlipjes
, welke men anders een Qmwindzel noemen
zou, gefchoord is. Deeze fchynt de Ridder te
houden voor Tanden van den Kelk. De Bloem
is eenbladig, Smoelachtig en vry groot, fchoon
g e e l, van binnen als met roode Druppen getekend.
Z y is dikwils een Duimbreed lang en
een Pinks dikte wyd , hebbende de Bovenlip in
tweeën, de Onderlip in drieën gedeeld. Uit de
wanden komen doorgaans vier Meeldraadjes
voort, die zeer lang en dun zyn. Het Vrugtbe-
ginzel heeft één Stamper en wordt een Zaadhuisje
als gemeld is , dat kleine Zaadjes openfprio-
gende verfpreidt. De Groeiplaats is op opene
drooge Bergveldeu.
Die Soort van Marlynla^ welke een Jaarlykfe
Zaay - Plant_ uitmaakt, bekend wegens haare
zonderlinge Zaadhuisjes , is in de befchryving
van dat Geflagt, onder de Heefters, reeds geboekt
( * ) .
T O & E N I A*
Naar een Sweedfchen Kruidkenner, die dit
Ge*
(•) H. Deel V. Stuk > bladz. 2jf,