IV. In Peifie groeit, volgens den Hoogleeraar N.
. « 5 * L. B u k m a n isi o' sdeeze Soort van Leeuwe-
H oofd- bek, die niet alleen door de Vlinderachtige fi-
stuk. guur ^er ^gjijen 3 door Zyn Ed, duidelyk in
dige!. T“"Plaat vertoond , maar Ook door de Bladen vcr-
fchilt, die rondachtig en Vleezig zyn. Zyn Ed.
hadt dezelve uit G A r z i n s Kruidboek < alwaar
dit Kruid Perjifche Afarina in de gedaante van Pen-
ningkruid getyteld werdt, hoewel de geltalce
meer naar die van Orégo gelykt.
xxxix. (39) Leeuwebek met ongejlaarte Bloemende
r.umA/a-' Bladen Hartvormig gekarteld , gepaard;
rma. ^ dg Stengen neerleggende.
dis* Wernig bekend% is deeze Sóórt, dan in de
openbaare Kruidhoven. Zy groeit nafuurlyk in
de Gebergten van Provence, Dauphiné, en
inzonderheid in dat van de Sevennes in Langüe-
dok, zo Lo bel aantekent. Wegens derohd- '
achtige figuur der Bladen noemt men het Afarina
, als naar het Mans. Oor gelykende, doch
het Loof komt eigentlyk meer met dat van het
Hondsdraf of Aardveil overeen ; zo dat men
het, zonder Bloemen, naauwlyks daarvan on-
derfcheiden kunne en zoude het met regt Steenveil
genoemd mogen worden zo hy oordeelt,
zeggende dat het een Pi'sdryvende kragt heeft.
(40)
f39 ,) Antirrhinum Cor. e c a u d . Fol. oppofitis &c. H. Cliff.
313. R- Lugdt. 295» Afarina f. Hedetul^ Saxatilis magno
Flore. C. B. Pin. 3 os.
(40) Leeuwebek met ongejlaarte Bloemende IV.
.. Bladen Eyrond, Wollig, gepaard; de Stengen
neder leggende. Hoofdstuk
»
Deeze, wier. Bloemen, in de Afbeelding van xl.
B ar r e l i e r , verkeerdelyk met Staartjes ver - ntmmoiu7
toond zyn, is door T ourne fort SpaanfchZaatljladl^
Pluizig Leeuwebek, met Lymerige Orégo-Bla-
den pgetyteld.-De Bladen zyn door de Wolligheid
zeer zagt en daar van heeft het den by-
naam. :.u -■
E. Gefpoorde met gaapende Bloemen.
, (41) Leeuwebek met. de Wortelbladen Tong- xnr.
achtig ij getand gejlreept, de Stengbladen
verdeeld en effenrandig. biadig1'^"
De Bladen van dit Kruid gelyken meer naar
die der Chryfanthen , dan naar die der Made*
lieven. Het heeft een Steng van drie Voeten
hoog, die rond is en Takkig, en in de Oxelen
zeer kleine’ paarfch- of blaauwachtige Bloempjes,
f40) Antirrhinum Cor. ecaud. Fol. oppofitis Scc. Antirrhi-
nutn Hisp viüpfutn Origani folio glutinolb. Tournf,
is s . Barr. Ic. S9 8.
f41) Ant. Fol. Rad. Lingulatis dentatis Jineatis, Caulinis
partitis integerrirois, Mant. 417. H. Cliff'. 498. R. Lugdt.
29j . Gooan M o n s p . i o i . Linaria Bellidis folio C. B. Pin.
z i i . Prodr. 106. Ic, Linaria odorata,. Don. Ptmpt. 184.
Ein. purp. odorata. Lob, U. 407, Dodartl» &c, Mil l . Dia,
N. 2. '