Afdeel. Clematis met drievoudige effenreindige Blo,*
xiv. * den en tSveehuizige Bloemen.
Hoofd»
Deeze beiden verfchillen daar in van de an-
cumatu deren , dat fommige Planten Mannelyke, an*
T^ehïd*. deren Vrouwelyke Bloemen hebben. Deeerlte,
zige. die in Noord - Amerika voorkomt, heeft een
zeer welriekende witte BlöefemY de laatfte,
groeijende in de Westindiën, heeft vyfribbige
gladde Bladen, die drievoudig zyn; gelykende
anders naar de volgende Europifche, zo Sloa-
k e aanmerkt, ongemeen. Op Jamaika beklimt:
deeze en bedekt het Boomgewas aan de We»
gen, vervullende de Bosfchen met zyne Reuk;
weshalve menze Travellers Joy o f Reizigers
Vreugde noemt, gelyk in Engeland de volgende.
rJa (8) Clematis met gevinde Bladen en Hartvor-
Vyfbiadige, . rr.ige klimmende Blaadjes.
. ï Dee»
(7) Clematis Fol. teinatis imegerrimis, Flor. diorcis. Am.
Jicad. v . p. 39g. Clematis (candens 8cc. Brown. Jam. 295.
C'em. prima f. fylv, latifolia, Fol. ternis. SLOAN. Jam. 84.
Hiß. I. p. 195. T. 128. f. I.
(s) Clematis Fol. pïnnatis, Foliolis Cordatls fcandentibus.
Gort. Belg. 153. Gouan Monsp. 252. Ger. Prov. 3 gr.
Kram. Auftr. is6. h a l l . Helv. 334. H CU ff. 225. r .
hugdb. 48«. Clematis latifolia intëgia. J. B. [j. p I2S-
Clematis tertia. Cam. Epit. 697, ß a dem. latif. dentata. J,
B. Hiß. uts. Vitalba. Dod. Tempt. 404. Clém. fylv. latifolia.
C. B, Fin. 300.
Deeze, naamelyk, groeit aldaar , zowel als IV»
in Gelderland en in Vrankryk,zynde in Duitfch- A™yEI**
land, op fommige plaatlèn, zeer gemeen. DeHoom-
Franfchen uoemenze Vm n e , de Duitfchers L;y-STUK‘
nen of Waldreben , dat is Êofch - Ranken, en
fommigen5by ons, geeven het Gewas dennaam
van Klim, die echter met de Klyf- en Maagdenpalm
te veel verwarring maakt.
’ t Is een Kruid, dat fomtyds tot eens Mans
langte en hooger de Boomen en Struiken in de
Bosfchen beklimt, met zyne Ranken, veel gelykende
naar die van den Wyngaard, waar van
de Latynfche naam Vitalba, als hebbende hetzelve
kleine , witte welriekende Bloemen. D e
Bladen zyn in fommig niet , in ander een weinig
ingefneeden o f getand : men vindtze ook
fomtyds' fmaller , fomtyds breeder : meest v y f
aan een Steel, van Hartvormige figuur; komende
deeze VerTcheidenheden anders in Gewas en
ruige Zaadhoofdjes overeen, ’t Getal der Meeldraadjes
loopt tot zestig, zegt H a l l e r ; de
Zaadjes hebben lange Stylen en zyn met een
Zilverkleurig pluis gekroond.,
Byzonder gelykt naar deeze Soort dat Japan- PLt
fche Gewas, waar van ik in Fig. a, op Plaat a»
L V , de Afbeelding mededeel. Men kan,uit de
figuur van het Blad en Bloemtakjè, daar van
óordeelen; Het heeft een vierbladige Bloem o f
Kelk, waar in ik agtendertig Meeldraadjes, gelyk
by a vergroot zyn voorgefteld, heb gevonden