IV. ( i ) Thalidtmm met een enkelde byna naakte
Stens en enkelde endelingfe Bloemtros.
Hoofd»
s tu k . Op de Laplandfche Alpen groeit deeze Soort,
h die zeer klein is van Gewas, hebbende de Steng
jilpinum.^naauwlyks een Span hoog, Draadachtig dun,de
Aiptfch, g]ac]en} gelyk in de anderen, zeer famengefteld
en glimmende. Z y heeft vier Bloemblaadjes ,
twaalf Meeldraadjes , en agt Stylen. De Tros
beftaat uit knikkende Bloempjes.
H, (2 ) Thaliétrum met een gepluimde Draadach-
itankend. tige, zeer Takkige, gebladerde Steng♦
Deeze , die zig door een Bokkigen Reuk on-
derfcheidt, heeft haare Groeiplaats ia Langue*
dok, als ook in *t Wallifer- en Switzerland. D e
Steng is ongevaar een Voet hoog, rond, in Takjes
verdeeld , met kleine zwartachtig groene
Blaadjes van drie Slippen en Mosachtige Bloempjes,
waar op kleine kromme Haauwtjes volgen ,
aan tropjes by elkander vergaard.
(3) Tha-
( 1) ThaliEdrnm Caule fimplidsiïmo lubttudo 8cc. S y f l . Nat,
XII. Oen. 697. p. 377. -Peg. XIII. p. 4*6. H. Cliff. 227.
R. Lugib. 48J. F l . Suee. 4$$, 491. F t . Lapp. 225. Thai.
montanum minimum prscox Stc, MÓRIS. Hifi. III. p, 325,
S . 9 . T. 2o. f. 14. Of.D. D a n , T. if.
(2) ThatiBram Caule pa'nitulatoc Filiformi Sec. Gouam
Zdonsp. 2<3- H. Cliff. R. Lugib. 485'. Thai. minimum foeti-
disGmum. C. B. Pin. 3 37- Prodr. 147.'). B. Hifi, III.p. 488«
MORÏS. Hts. f. l3.PtUK.^fe* 367. T. 6 j ,f . 4.
( 3 ) Thaliélmm met vyfbladige Bloemen en iV.
Knobbelige Wortelen. A fö e e l .’
XIV»
ih Spanje en op de Byreneefche Bergen groeit «tuk, "
deeze, die zig door haare knobbelige Wortels w .
genoegzaam onderfcheidt. De Blaadjes gelyken
naar die van K ly f o f Klimop, en de BloemenzynKaobbeiis i
Vry groot.
(4 ) T h a l id tm m met vyfbladige Bloemen enV"e~ tv.
zelige Wortelen* , Comutn
o Kana-
- daafdi.
( j ) Thalicrrum met Weéhuizige Bloemen. v.
Dióiemêi
Van deeze [beiden , in Kanada groei jende , h S g T
heeft de e e r fle , die z ig , zo wel als de voorï-
gen, in de Openbaare Kruidhoven bevindt, de
Steng fomtyds wel twee Ellen hoog: de andere
verheft zig , volgens K a l m , naauwlyks een
V o e t, hebbende de Steng regt, met vierbladi-
ge Bloemen en veertig witte Meeldraadjes. Dé
Blaadjes knikken , ’t welk deeze Soort genoegzaam,
(3) TbaliEirum Flof. peiitapetalis , Radice tuberofä. H.
Cliff. R. Lugdb. 48ö. Thai. min. Alphodeli Radice. TauRNFi
Inß. 271. Ranunculus Thal, folio , Asphodeli Radice. Mor.
Hifi. II. p. 438. S. 4. T. 28. f. 13. Oenanthe Hedera: foliis.
C. B. Pin. 1S3; Mil l Je. T. 263. f. 2.
(*) 'PhaliUrum Flodbus pentapetalis &c. R. La^db. 4ss.
ïhal. Canadenfe. Corn. G/inad. i8<E. Thai. "American, Pars.
Tkeatr. 2 fij. Thai. majus folio Aquilegis Flore albo, Mor.
Hiß. n i . p. 32j .
( O Thaliclrum Floribus dï oicis. —. •
ïi. djël. ix. stuk.
w
«